- 6 -
De verkoop van gemeentelijke eigendommen is niet gemandateerd aan het
college, vandaar dat dit raadsvoorstel wordt voorgelegd.
De voorzitter onderschrijft dat de raad beslist of een pand dat eigendom
is van de gemeente al of niet wordt verkocht en tegen welke prijs. Het
college doet mededeling van het voornemen tot verkoop van een pand. Zodra
overeenstemming is bereikt wordt een voorstel gemaakt en de raad beslist
of het pand al of niet wordt verkocht. Deze voorwaarde wordt in het
voorlopig koopcontract meegenomen.
De heer Van Loon verzoekt in het vervolg eerst een taxatierapport op te
laten stellen en vooraf te informeren of de raad met de vraagprijs akkoord
gaat.
De heer Meeuwisse acht het zinvol om in de commissievergadering op basis
van een nota een stukje beleid vast te stellen m.b.t. de verkoop van
onroerend goed.
De heer Huiiaens is van mening dat de gemeente een goede prijs voor deze
woning ontvangt en voegt eraan toe dat de gemeente nog slechts één woning
in eigendom heeft. Het lijkt hem derhalve niet nodig om voor één woning
beleid uit te zetten.
Wethouder Schuurbiers beaamt dat de gemeente nog één woning in eigendom
heeft.
De heer Meeuwisse vindt het niet nodig om hiervoor beleid uit te zetten,
doch met het oog op de toekomst lijkt het hem zinvol om dit punt in de
Streek-BenW te bespreken.
De voorzitter antwoordt dat het hele arsenaal van mandatering en
delegaties door de nieuwe gemeenteraad wordt bepaald.
De raad besluit zonder hoofdelijke stemming conform het voorstel van
burgemeester en wethouders
10Grondtransactie percelen in BP De Hoef.
Stuknr. 96.60.
De heer Van Loon is blij dat het college erin is geslaagd om deze
problematiek op te lossen, maar hij maakt zich zorgen over het beleid dat
het college bij andere gedupeerden hanteert.
Wethouder Bosman antwoordt dat iedere situatie opnieuw beoordeeld moet
worden. Bij eventuele aankoop zal op basis van een taxatierapport met
betrokkenen overleg worden gevoerd en zal worden geprobeerd om in goed
overleg tot overeenstemming te komen.
In deze zaak had de gemeente de heer Van Tilburg nodig. Het college is
daarom heel erg blij dat dhr. en mevr. Van Tilburg de gemeente alle
medewerking hebben verleend.
De raad besluit zonder hoofdelijke stemming conform het voorstel van
burgemeester en wethouders.
11. Vaststelling meerjarenplanning stads- en dorpsvernieuwing 1996-2000.
Stuknr. 96.54.
De heer Van Loon merkt op dat in de planning enkele bedrijven niet of
onvoldoende zijn aangegeven. Bij het PalletbedrijfSlijperij Kooien en
agrarisch bedrijf Van Oevelen is de wijze van sanering niet aangegeven en
bij Cleton ontbreekt de stand van zaken. Hij informeert wat hiervan de
reden is.
Wethouder Schuurbiers antwoordt dat er een aantal projecten zijn
aangediend waarvan men denkt dat binnen afzienbare tijd mogelijkheden
moeten worden geschapen om woningbouw te realiseren. Deze
milieuhinderlijke bedrijven horen niet meer thuis in woonkernen.
De heer Van Loon vindt het een vreemde zaak. De provincie vraagt naar de
stand van zaken en de wijze waarop en die zijn niet ingevuld.