- 6 - De heer Meeuwisse informeert naar de accountantsverklaring van 1995. Hij zegt dat dit een goedkeurende verklaring is, maar geen echte accountantsverklaring over 1995. Hij deelt mee dat over 1994 geen accountantsverklaring is afgegeven. Hij vraagt hier uitleg over. Hij deelt mee dat de raad uniform van mening is dat het zwembad behouden dient te blijven. Hiervoor zijn echter middelen nodig. Volgens hem is hier vorig jaar uitgebreid over gesproken. Er werd met gele kaarten gedreigd indien het tekort verder zou oplopen. Bij een tekort van 600.000,-- zou een lampje aangaan! De CDA-fractie vraagt aan de wethouder een reactie op de benodigde structurele verhoging. Hij wil alsnog een onderzoek naar een andere manier om het zwembad te exploiteren. Bijvoorbeeld een onderzoek naar de manier waarop Sportfondsen de zwembaden exploiteert. Volgens de wethouder was de termijn voor dit onderzoek te kort. De CDA fractie vraagt aan de wethouder om dit alternatief toch te onderzoeken, ondanks de besluitvorming die plaats gaat vinden. De heer Koninqs deelt mee dat in de commissievergadering is gesproken over de gemeenteraden van Huijbergen, Ossendrecht en Putte die belang hebben bij het reilen en zeilen van het zwembad. Voor hem is het standpunt van Gedeputeerde Staten van belang. Hij denkt dat Gedeputeerde Staten zal wachten op het standpunt van de genoemde gemeenten. De Onroerendgoed-maatschappij komt in eigendom van de gemeente. Hij vindt dat aan de genoemde gemeenten commissariaten moeten worden geboden, danwel de directeuren te leveren. Hij vindt dat de gemeente Woensdrecht haar goede wil moet tonen, dat is van essentieel belang. Wethouder Beekhuinzen gaat op de citaten van de heer Jansen niet in, maar wel op zijn vragen. Hij antwoordt dat in een besloten vergadering de commissie Financiën is geïnformeerd. Dit is gebeurd in het eerste en in het tweede kwartaal. In het eerste kwartaal was er nog geen reden om aan te nemen dat het verkeerd zou gaan. In het tweede kwartaal heeft het management gerapporteerd dat men rekening moest houden met een aanzienlijk verlies. In het derde kwartaal werd het duidelijk dat het dramatisch zou aflopen. Hij heeft toen de commissie mondeling geïnformeerd. De heer Jansen vraagt naar de notulen waarin staat dat de commissie is geïnformeerd over de Onroerendgoed-maatschappij Wethouder Beekhuiizen antwoordt dat hij alle informatie heeft gegeven over de Baden BV. Daarvan is hij commissaris en niet van de Onroerendgoed- maatschappi j De uitspraak, gedaan in de commissievergadering, is volgens hem een ongelukkige uitspraak geweest, want hij kan geen informatie geven over de Onroerendgoed-maatschappijHij is daarvan noch commissaris, noch aandeelhouder De heer Jansen vraagt aan de wethouder of hij afstand neemt van die uitspraak. Wethouder Beekhuiizen beaamt dit. Hij deelt mee dat hij de commissieleden steeds alle informatie heeft gegeven. Verder zegt hij geen voorstander te zijn van het alternatief van de CDA- fractie om een onderzoek in te stellen naar het exploiteren van zwembaden door Sportfondsen. Volgens hem ligt er een raadsvoorstel, waarin wordt voorgesteld om met Baden BV een explotatie-overeenkomst aan te gaan, waarbinnen een aantal activiteiten worden geregeld. Deze vindt U terug op blz. 8 van de nota. Hij vindt het onjuist in deze situatie om naar derden te gaan zoeken. Zolang Baden BV de huurpenningen betaalt, is er niets aan de hand. Hoe Baden BV het bedrijf leidt is hun verantwoordelijkheid. Er is een termijn gesteld van tien jaar met een herijking na vijf jaar, omdat 725.000,00 op jaarbasis bijgelegd gaat worden. Hij denkt dat bij het binnnenhalen er niet een derde risicodrager bijkomt, maar een risicodeler.

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1996 | | pagina 38