- 4 - De heer Koninas is niet tevreden met het antwoord van de wethouder. Hij wil graag precies weten waarom het zo lang duurt voordat de gemeente ont heffing krijgt om te gaan bouwen. De heer Meeuwisse is blij dat het college de prijs van de bungalowkavels opnieuw wil bekijken en wacht het antwoord af. De C.DA.-fractie is van mening dat trends doorbroken moeten kunnen worden. Hij is blij dat op deze manier een eerste stap in die richting wordt gezet. De heer Van der Schrier is van mening dat er onnodig veel drukte wordt gemaakt over een exploitatietekort van 1% van het totaalbedrag. Als een aanbesteding iets voordeliger uitvalt blijft er geld over. Hij vraagt zich af wat er dan met dat geld gebeurt. De heer Meeuwisse wil de zaak clean houden. Het gaat hier om het doorbre ken van een bepaalde trend m.b.t. de grondprijs en dat heeft niets te ma ken met aanbestedingen. De heer Van der Schrier beaamt dat de grondprijs marktconform moet zijn en continu moet worden bijgehouden. Het zou niet reëel zijn om bezwaar te maken tegen bestudering van deze materie en zo nodig aanpassing van het beleid. De heer Huiiaens merkt richting de heer Konings op dat A.W.B. sociale wo ningbouw altijd heeft voorgestaan. Ook de collegeleden zetten zich in om dit beleid gerealiseerd te krijgen. Hoewel A.W.B. in eerste instantie pro blemen had met de hoogbouw is zij op grond van de tekeningen en het feit dat deze appartementen bestemd zijn voor alle lagen van de bevolking, uit eindelijk toch overstag gegaan. Hij hoopt wel dat sociale woningbouw bij volgende projecten ook zonder hoogbouw mogelijk zal blijven. De heer Adriaansen blijft van mening dat het appartementsgebouw uit vier woonlagen bestaat, omdat er vier appartementen boven elkaar komen. Hoewel hij het college heeft gemachtigd waren de tekeningen op dat moment voor hem heel onduidelijk. Op zich vindt hij het plan heel goed maar hij is principieel tegen de hoogte van het gebouw. Omdat hij een eenling is in het geheel heeft hij zich verder niet in het financiële plaatje verdiept. Hij hoopt dat er in de toekomst binnen de gemeente geen hoge gebouwen meer bijkomen. Wethouder Bosman gunt de heer Adriaansen zijn principiële opvattingen van harte, maar is blij dat hij een eenling is en dat het plan gerealiseerd kan worden. M.b.t. de Wet geluidshinder deelt hij mee dat de provincie op dit moment onderzoekt of de bedrijven al het mogelijke hebben gedaan om de geluids overlast die zij produceren tot een minimum te beperken. Dit is een zaak tussen de bedrijven en de provincie. De gemeente speelt hierbij slechts een bemiddelende rol. Zodra de provincie die zekerheid heeft, zal ze ontheffing verlenen. Zo lang die ontheffing er niet is, heeft de gemeente de mogelijkheid om een artikel 19-procedure op te starten om vooruitlopend op het geheel onthef fing aan te vragen. Afgaande op de gesprekken die zijn gevoerd denkt het college een goede kans van slagen te hebben. De heer Konings hoopt niet dat voor dit gebied een zonering van 55 dB ge handhaafd blijft. De gemeente is dan verplicht om extra isolatiemaatrege len te treffen voor de woningen die daar worden gebouwd. De heer Bosman antwoordt dat dit in het meest ongunstige geval niet uitge sloten is. Er zijn in dit verband extra geluidsmetingen gedaan. De resul taten zijn aan de provincie doorgegeven. Indien de provincie extra isola tie verlangt en de bouwers zijn hiervan op de hoogte, dan zal hiermee re kening moeten worden gehouden. De laatste geluidsmetingen hebben echter uitgewezen dat het geluid erg meevalt. De gemeente doet er dan ook alles aan om algehele vrijstelling te krijgen.

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1996 | | pagina 28