-10- In het kader van het landschapsbeleidsplan wordt gesproken over ecologische verbindingszones en horizonvervuiling. In het kader van het landschapspark heeft hij in de krant gelezen hoe een van de schepenen uit Antwerpen zijn voorkeur uitspreekt voor een groene buffer tussen het havengebied en Bergen op Zoom. Doch tevens geeft hij aan dat men oog moet hebben voor de vitale behoeften van Antwerpen, zoals het goederenspoorEen goederenspoor past niet in een landschapspark, tenzij het een park wordt van compromissen. Hij maakt zich grote zorgen over de bedreiging van dit gebied en verzoekt het college nogmaals zich sterk te maken om de leefbaarheid binnen de gemeente te behouden en een breed draagvlak te vormen tegen deze spoorlijn. A.W.B. blijft in ieder geval tegen de aanleg van deze spoorlijn. De heer Van Loon informeert of de goederenspoorlijn inpasbaar is in het landschapsbeleidsplan, zoals dat in hoofdlijnen voorligt. Wethouder Bosman antwoordt dat op de informatie-avond een zestal schetsen is getoond. In feite gaat het slechts om twee mogelijkheden: de spoorlijn komt langs de weg of langs het kanaal. Aangezien nog helemaal geen overeenstemming is bereikt over de vraag of er een spoorlijn moet komen, is men daar verder niet op ingegaan. Het college is van mening dat er op dit moment absoluut geen raadsleden buiten spel gezet worden. Het college heeft alleen een informatie-avond bijgewoond. Er zijn daar geen standpunten ingenomen. Bovendien wordt het verslag van die avond in de eerstvolgende commissievergadering besproken. Richting de heer Van Loon merkt hij op dat de heer Van Loon, als lid van de commissie ruimtelijke ordening de meeste vergaderingen m.b.t. het landschapsbeleidsplan heeft bijgewoond. Daarom weet hij dat rekening moet worden gehouden met de aanleg van een goederenspoorlijn. Dergelijke zaken worden van bovenaf opgelegd. De heer Ars merkt op dat hij heeft willen aangeven dat de raadsleden buiten spel gezet worden door de hogere overheid en niet het college. Brief van de heer Van Loon. Aan het college van BenW van de gemeente Woensdrecht. Geachte voorzitter. De Partijd van de Arbeid maakt zich al lang zorgen t.a.v. de financiële positie van het zwembad De Plantage. De ons toegezegde 4e kwartaalsrapportage is niet in de commissie financiën behandeld. Uit de toezegging van de heer Beekhuijzen, (zie verslag van financiën d.d. 18.01.96 blz. 2, 8e regelgeving) om het 4e kwartaal te behandelen, trekken wij de conclusie dat er een oplossing is gevonden van de ontstane problematiek. Zou u ons kunnen vertellen welke dat zijn. Hoogachtend, vz. P.v.d.A+-fractie J.P. van Loon. Wethouder Beekhuiizen antwoordt dat afgelopen donderdag toen de commissie voor financiën bijeen was voor de reguliere vergadering, de heer Van Loon op het moment dat de commissie overging tot een besloten vergadering het nodig achtte de vergadering te verlaten, ondanks het feit dat hij als voorzitter vooraf had gezegd dat hij naast de behandeling van de rapportage van het derde kwartaal informatie zou verstrekken omtrent de stand van zaken in de hele zwembadproblematiek.

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1996 | | pagina 21