- 19 - Ik wil het college en ook zeer zeker secretaris Jansen persoonlijk bedanken voor de wijze waarop men met mij is omgegaan en waarop ik ben ondersteund in zaken die ik niet beheerste, of niet goed wist en waarop ik dan door u ben geadviseerd. Collega-raadsleden, bijzonder bedankt voor de wijze waarop we met elkaar zijn omgegaan." De heer Forman spreekt als volgt: "Voorzitter, geachte mederaadsleden, ik dank u voor de complimenterende woorden, die u aan mij gericht heeft, zeer zeker ook mijn fractievoorzitter, waar ik al jaren mee samenwerk, zoals u heeft gemerkt. Als raadslid, maar zeker als nestor van de raad, voel ik me als een vis in het water, mede omdat de raad met soms heftige tegenstellingen het altijd wist te sturen naar het algemeen belang, namelijk dat van de gemeente Woensdrecht. Voor mij, en dat is dan mijn persoonlijke visie, kwa men we met z'n vijftienen als het ware over als één grote fractie van de Woensdrechtse Volkspartij. Voorzitter, ik dank u voor uw sympathieke vriendschap, die mede is ontstaan door onze reis naar Polen. We blijven maatjes in ieder geval. Ik houd u onder controle. Geachte raadsleden, ik dank ook u voor uw collegialiteit en voor uw vriendschap. Op het instituut nestor, hetwelk ik binnenkort over moet dragen, wil ik morgen graag terugkomen. En verder voorzitter, ik sluit een periode van mijn leven af, waar ik met dankbare herinnering aan zal blijven terugdenken. Maar ik wil toch zeggen, gedraag u als ik weg ben, laat het niet nodig zijn dat ik terug kom. Het gaat u allen goed." Wethouder Schuurbiers spreekt als volgt: "Voorzitter, ik voel me wel geroepen om toch hier vanavond nog een woordje tot jullie te spreken Ik zal het niet te lang maken. Het einde van de zelfstandige gemeente Woensdrecht, betekent tevens het einde van de periode dat ik hier op deze stoel aan deze kant van de tafel heb plaatsgenomen. Toen in de tweede helft van 1995 bekend werd dat de herindeling op 1 januari 1997 een feit zou zijn, moesten we begin dit jaar alles weer in stelling gaan brengen binnen onze eigen partij om de verkiezingscampagne voor te be reiden. Toen heb ik bij mezelf sterk nagedacht en er bewust voor gekozen om niet meer in te zijn voor het wethouderschap. Je bepaalt dat uiteraard nooit zelf, maar in een grote partij als Algemeen Belang Zuidwesthoek heb je iets meer voordeel. Dus ik heb bewust gekozen om daar dan absoluut niet meer voor in te zijn. Ik ben gelukkig weer gekozen voor de nieuwe raad, daar wil ik me gaarne weer voor inzetten. Daarom wil ik dan voor de afgelopen periode mijn dank uitspreken aan alle raadsleden, voor de samenwerking en ondersteuning in bestuurlijke zin zowel in commissies als raad om steeds tot ver antwoorde besluiten te komen. Discussies zijn noodzakelijk, hoe kritisch deze ook mogen zijn. We hebben tenslotte allen voor de politiek gekozen. Voor de inzichtelijke goede inbreng, in belang van onze burgers, toonde ik graag respect. Ik heb het prettig gevonden om met u op deze wijze samen te mogen werken. Vooral het werk als collegelid sprak me erg aan. Ik dank u allen hiervoor nogmaals. Straks in de nieuwe raad, hoop ik met een aantal van u, wel op een andere stoel, constructief ver antwoord mede te mogen besturen." De voorzitter bedankt de heer Schuurbiers en zegt dat hij nog één man het woord wil geven. Het is een uitzondering die hij zelden maakt. Maar hij is van mening dat, iemand die 42 jaar bij de ge meente heeft gewerkt, waarvan een stevig aantal jaren als eerste man, al die tijd u heeft ondersteund en als raadssecretaris heeft gefungeerd, het dan toch wel een keer mag, voordat hij de deur uitloopt. Dat hij u nog een keer vanaf deze kant toespreekt: "Dus, zou ik willen zeggen, Frans, de microfoon is deze keer helemaal voor jou". De secretaris spreekt als volgt: "Ja het zal toch heel kort zijn voorzitter, want een gemeentesecretaris voert alleen het woord in een gemeenteraadsvergadering als hij daartoe het verlof krijgt van de voorzitter. Ik heb nu het verlof gekregen, maar ik zal er geen gebruik van maken omdat ik u graag wil volgen in de bedoelingen voor de dag van morgen en zeker met het aanlokkelijke vooruitzicht, dat ik dan het laatste woord heb. Daar wil ik het bij laten."

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1996 | | pagina 121