- 10 - "Hij concludeert dat: - de P.v.d.A.-fractie tegen is; - de CDA.-fractie een poging wil wagen om het hele gebied in een keer te legaliseren; - de A.W.B.-fractie tot een andere conclusie is gekomen dan de vorige keer want toen steunde men het collegevoorstel. Kennelijk heeft er een her overweging plaatsgevonden; - de V.V.D.-fractie de consequenties op basis van de huidige informatie niet goed kan inschatten". In de laatste alinea van het raadsvoorstel staat echter dat eerst voor het betreffende bouwblok de procedure opgestart wordt en daarna misschien voor het totale gebied. De C.D.A.-fractie kan hier niet mee instemmen omdat zij van mening is dat dit niet de weg is die men moet bewandelen om het toch wel grote probleem dat hier ligt tot een goede oplossing te brengen. De heer Van Loon merkt op dat de P.v.d.A.-fractie in de commissievergade ring tegen heeft gestemd omdat permanente bewoning van een recreatiewoning in dat gebied niet past in de uitgangspunten van het bestemmingsplan en de structuurvisie van deze gemeente. Woensdrecht is een groene gemeente en moet dat ook blijven. De P.v.d.A.-fractie wil dat naar buiten toe doen uitstralen. Op de tweede plaats levert permanente bewoning van dit gebied weer een aantal potentiële klagers op m.b.t. de geluidsoverlast die Fokker produ ceert. De raad heeft er in het verleden voor gekozen om daar geen perma nente bewoning toe te laten en dat moet zo blijven. Wethouder Bosman is blij dat A.W.B. het collegevoorstel steunt. Het onderhavige voorstel stemt overeen met hetgeen in croez is besproken en de gemeente gaat in ieder geval ook het andere gebied in procedure brengen. Het betreft hier twee verschillende zaken omdat het huis van de heer Van den Bergh nog gebouwd moet worden. Het college is van mening dat er aan Woensdrecht als groene gemeente niets verandert als deze huizen permanent worden bewoond. Het enige verschil is dat de permanente bewoning die daar plaatsvindt wordt gelegaliseerd. Als het huidige beleid wordt voortgezet zal de gemeente een handhavingsbe leid moeten voeren, maar zoals hij reeds in de commissie heeft meegedeeld is dat een onhaalbare zaak. Tot slot herhaalt hij dat het college de intentie heeft om het hele gebied in procedure te brengen, maar dit kan niet in een aanvraag. Mevrouw De Keiizer merkt op dat het woord "kunnen" in de laatste alinea te vrijblijvend is. De C.D.A.-fractie steunt het voorstel als het woord "kunnen" vervalt. De heer Van Loon vraagt om stemming. De heer Koninas constateert tot zijn grote verbazing dat het college van Woensdrecht een eigen uitgangspunt hanteert t.a.v. recreatieverblijven. Hij had begrepen dat in zuidwesthoekverband overeenstemming was bereikt en dat men met de andere gemeenten een proefproces zou opstarten. Uit het voorstel blijkt dat Woensdrecht eenzijdig een ander soort beleid inzet. De heer Hui-icrens merkt op dat de heer Forman in de commissievergadering van mening was dat ook de aanvraag van de heer Van den Bergh in het geheel zou worden opgenomen. A.W.B. steunt deze aanpak unaniem. Het woordje "kunnen" mag van hem uit het voorstel verwijderd worden. Wethouder Bosman antwoordt dat dit punt al een hele tijd speelt binnen het college. Het college wil voor dit gebied permanente bewoning realiseren. Dit staat los van hetgeen in de zuidwesthoek speelt. De voorzitter stelt dat "kunnen" kan worden gelezen als "moeten" en gaat over tot hoofdelijke stemming. Voor het voorstel van burgemeester en wethouders stemmen de leden: Van der Schrier, Ars, Adriaansen, Huijgens, De Klerk-Tempelaars, Forman, Dragt-Keller, Bosman, Beekhuijzen, Schuurbiers, De Keijzer-van Dongen en Jansen.

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1995 | | pagina 82