- 10 - Bovendien vindt hij het een slechte zaak dat een brief die aan de leden van de raad wordt gericht niet ter kennisneming aan de raad wordt voorge legd en voor zover hij op de leeskamer heeft kunnen nagaan ook niet in BenW is behandeld. Hij kan zich niet voorstellen dat dergelijke zaken met een standaardbriefje door een ambtenaar worden afgehandeld. Hij is graag bereid in de commissie hierop terug te komen. De voorzitter steunt dit voornemen. Voor de goede orde deelt hij mee dat betrokkene antwoord heeft gekregen op zijn eerste brief. Na het opschonen van de lijst is hem schriftelijk meegedeeld dat hij nog steeds op de wachtlijst staat. Bij deze tweede brief is abusievelijk verzuimd om ook aan de brief d.d. 19.3.95 te refereren. Formeel gezien maakt het echter geen verschil uit. Betrokkene heeft antwoord gekregen en weet onder welk nummer hij op de lijst staat. Wezenlijk fout is het feit dat de brief niet ter kennisneming aan de raad is voorgelegd. Als verzachtende omstandigheid zou kunnen worden aangevoerd dat alle verzoeken om een bouwkavel bij elkaar worden gevoegd om te worden geregistreerd. Zoals reeds eerder gesteld adviseert hij dit punt verder in de commissie te bespreken. Tot slot zegt hij toe dat de afdoeningstermijn in de commissie algemene bestuurlijke zaken en herindeling zal worden besproken. De voorzitter sluit de vergadering met gebed. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 29 augustus 1995. De Raad voornoemd de secretaris.

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1995 | | pagina 59