- 4 -
Als wordt gesteld dat de coalitie hiermee een heilloze bestuurlijke weg
opgaat denkt hij dat de geachte afgevaardigde totaal niet in de gaten
heeft hoe V.V.D. en A.W.B. met elkaar omgaan. De samenwerking is z.i. van
dien aard dat een heilloze bestuurlijke weg niet in het minst aan de orde
is. Wat dat aangaat kan het college ook in de toekomst heel goed functio
neren. Het blijft een kwestie van geven en nemen en het is altijd op basis
van argumenten en discussie dat besluiten tot stand komen. Er zal een me
ning bijkomen maar hij verwacht niet dat dat binnen het college problemen
zal opleveren.
De voorzitter antwoordt dat de raad tijdens de algemene beschouwingen
heeft aangegeven dat er een derde wethouder moet komen op het moment dat
in het kader van het herindelingsproces extra bestuurlijke capaciteit moet
worden ingezet. Het was aan het college om aan te geven wanneer het zo ver
was. Zoals het raadsvoorstel aangeeft is het herindelingsproces inmiddels
in gang gezet. Er zijn een stuurgroep en een projectgroep samengesteld om
de herindelingskar te trekken. In overweging nemend dat het even duurt
voordat alles rondom de derde wethouder is geregeld en hij de gelegenheid
moet hebben om zich in te werken is er voor gekozen om hem tijdig te be
noemen. Hij is dan na de vakantieperiode volledig ingewerkt.
Wat betreft de financiële dekking merkt hij op dat er bij het dorpsplein
sprake was van een nieuw voorstel dat kompleet moest worden voorgelegd om
tot een goede besluitvorming te kunnen komen. Het voorstel was financieel-
technisch nog niet helemaal rond op het moment dat de commissievergade
ring plaatsvond. De juiste manier van dekking moest nog worden geformu
leerd en de besluitvorming van het college m.b.t. dit punt moest nog
plaatsvinden. Het was dus meer een technisch dan een inhoudelijk probleem.
De benoeming van de derde wethouder is een gegeven dat de raad tijdens de
algemene beschouwingen heeft bepaald. Eventuele problemen aangaande de
dekking had de raad tijdens de algemene beschouwingen naar voren moeten
brengen. Het college heeft nu de taak om aan te geven wanneer de benoeming
moet plaatsvinden en op welke wijze de kosten worden gedekt. Bij het
dorpsplein ging het om een nieuw voorstel dat integraal moest worden be
oordeeld.
De heer Jansen merkt op dat hij graag had gezien dat de financiële conse
quenties vooraf waren bekeken en in het raadsvoorstel meegenomen. Bij de
herinrichting van het dorpsplein gaat het om een eenmalige uitgave, maar
bij dit voorstel gaat het om een uitgave die iedere maand terugkomt.
De heer Van Loon heeft nog geen antwoord op de vraag waarom het college
niet heeft gekozen voor een breder draagvlak in het bestuur.
Hij hoopt dat de kiezer bij de volgende verkiezingen duidelijk zal aange
ven of de huidige coalitie hem/haar bevalt.
De heer Van der Schrier hoopt inderdaad dat de kiezer het college en de
verschillende partijen op hun werkelijke doen en laten zal beoordelen. De
V.V.D.-fractie is totaal niet bang voor deze beoordeling. Wat zij doet,
gebeurt in het belang van de gemeenschap.
Mevrouw De Keiizer citeert namens de C.D.A.-fractie een passage uit de
algemene beschouwingen (pag. 22): "Hoe breder het draagvlak hoe beter,
want dat geeft een zeer solide basis voor burgemeester en wethouders om te
kunnen opereren".
De heer Hui-icrens begrijpt dat de oppositie graag met een eigen kandidaat
wil komen. Gezien het feit dat de coalitie met 10 raadsleden is vertegen
woordigd, vindt hij het voor de hand liggend dat de derde wethouder uit
hun gelederen wordt benoemd.
N.a.v. de woorden van de heer Van Loon t.a.v. een breder draagvlak merkt
hij op dat het aan de politiek is om hierover te beslissen. Hij onder
schrijft in deze hetgeen de heer Van der Schrier heeft gezegd over de hui
dige samenwerking tussen de beide coalitiepartners.