Openbare vergadering
van de raad der gemeente Woensdrecht op 28 maart 1995 des avonds om 20.00 uur
in de raadszaal.
Aanwezig-voorzitter
-secretaris
-de leden
-wethouders
Afwezig
H.W.M. Klitsie, burgemeester.
F.A.J. Jansen.
Ars, Bosman, Forman, Huijgens, De Klerk-Tempelaars,
Jansen, De Keijzer-van Dongen, Meeuwisse, Dragt-Keller,
Ir. Van der Schrier, Konings en Van Loon.
Schuurbiers en Beekhuijzen.
met kennisgeving de heer Adriaansen.
De voorzitter opent de vergadering met gebed.
Tot voorstemmer wordt door het lot aangewezen de heer Ars.
1. Vaststelling notulen der vorige vergadering.
De notulen van de openbare vergadering van lmrt95 zijn de leden in concept
toegezonden.
De heer Konings verwijst naar pagina 7 en verzoekt in de eerste regel het
woord "niet" toe te voegen. De eerste zin luidt dan als volgt: "Als de
raad niet bereid is om genoemde punten in beslotenheid te bespreken, kan
de P.v.d.A.-fractie de voorstellen 23. en 24. niet steunen".
De voorzitter zegt wijziging toe.
De raad besluit zonder hoofdelijke stemming de notulen met inachtneming
van genoemde wijziging vast te stellen.
2Mededelingen.
Verwezen wordt naar de bij de agenda behorende lijst van mededelingen.
Bespreking volgt over het navolgende punt.
De heer Meeuwisse merkt op dat de datum van de vergadering CAZRO niet
juist is. De op 13apr95 geplande vergadering is verschoven naar woens
dag 12apr95.
De voorzitter beaamt dit.
16Vogelbescherming Nederland: Wijziging Vogelwet.
De heer Meeuwisse reageert als volgt op de brief van Vogelbescherming
Nederland:
"Voorzitter, reeds eerder hebben wij u erop gewezen dat brieven van
actiegroepen/belangengroeperingen altijd met een zekere reserve moeten
worden gelezen, omdat hun standpunten in principe altijd eenzijdig
zullen zijn.
Het lijkt erg sympathiek van Vogelbescherming dat de gemeenteraden
duidelijke informatie krijgen over de nieuwe wetgeving op het terrein
van Europese vogels. Er zit echter een intentie achter waar we u graag
op willen wijzen.
De recente wijzigingen van de Vogelwet 1936 zijn neergelegd in het
Vogelbesluit 1994 dat per 1 september 1994 van kracht is geworden.
Het Vogelbesluit 1994 was het gevolg van een kamerbreed aangenomen
motie waarin de regering werd opgedragen de wetgeving op het terrein
van de Europese vogelsoorten veel meer af te stemmen op de wetgeving
in de ons omringende landen. Uitdrukkelijk werd in de motie meegedeeld
dat de regering diende te beginnen met een uitbreiding van het aantal
soorten, dat door vogelhouders mag worden gehouden. Het betrof hier de
goudvink, de barmsijs, de zanglijster, de ringmus, de huismus en de
spreeuw.