- 10 - De voorzitter geeft de wethouder van financiën en belastingen gelegenheid tot beantwoording van de gestelde vragen. Wethouder Beekhuiizen constateert dat de raad in de eerste termijn van deze vergadering op punten en komma's na, de begroting in ruimte mate steunt. Het zwembad. Wethouder Beekhuiizen deelt mee dat B&W met de gegevens die op dat moment bekend waren, een en ander altijd realistisch hebben benaderd en de raad in alle openheid, weliswaar in besloten vergaderingen, alle informatie hebben gebracht. B&W hebben toen naar eer en geweten oplossingen aangedragen met de kennis die zij op dat moment hadden. Het college doet een uiterste po ging om in januari a.s. met nadere voorstellen naar commissie en raad te komen om e.e.a. af te ronden. Het lijkt hem weinig zinvol om nu alle moge lijke opties te bespreken. Het college wacht de cijfers van de accountant af. Hij merkt op dat de C.D.A.-fractie een juiste voorstelling van zaken moet geven als zij spreekt over een "iets kleiner" zwembad. Hoewel niet denegre- rend bedoeld, werd toen gesproken over het zogenaamde schoenendoos model. Hij kan zich nog heel goed herinneren dat de prijskaartjes die daar toen aanhingen fors waren en hoger lagen dan de kosten van het huidige complex. Op zich begrijpelijk omdat de Luchtmacht toen nog niet in beeld was. T.a.v. de prognoses merkt hij op dat het achteraf gemakkelijk is om aan te geven hoe het anders moet. Kijkend naar een verzorgingsgebied van 20.000 inwoners is een bezoekersaantal van 100.000 per jaar een respectabele hoe veelheid. M.b.t. de structuren van de verschillende B.V.'s moet men er niet per defi nitie vanuit gaan dat de meest kapitaalkrachtige aandeelhouder zonder meer het probleem kan oplossen. Er zal indringend over gesproken moeten worden, doch dat hoeft niet te betekenen dat de cijfers in het openbaar ter discus sie moeten worden gesteld. De heer Meeuwisse merkt op dat de wethouder hem verkeerd begrijpt en ci teert vervolgens de hierop betrekking hebbende zinsnede bij punt 71.s "Indien gewenst zijn wij bereid een en ander in beslotenheid te behandelen. De besluitvorming dient echter openbaar te zijn". Wethouder Beekhuiizen antwoordt dat dit niet impliceert dat hierover gedis cussieerd gaat worden, dat bepalen de aandeelhouders. Het lijkt hem zinvol om januari 1996 af te wachten, om dan op basis van betrouwbare cijfers de discussie voort te zetten. T.a.v. de risicoparagraaf verwijst hij de heer Van Loon naar het derde aan dachtsstreepje, t.w. deelnemingen in derde rechtspersoon, daar valt het zwembad ook onder. In de risicoparagraaf zijn de niet kwantificeerbare en niet voorziene risico's opgenomen, die kunnen niet in de planning e.g. meerjarenplanning worden meegenomen. De gemeente is dus in principe wette lijk alleen verantwoordelijk voor het aandelenkapitaal. Dat is voor de ge meente 500.000,in de Onroerendgoed B.V. en 20.000,in de Plan tage. Deze bedragen zijn niet hierin opgenomen omdat de gemeente in deze wette lijk niet aansprakelijk kan worden gesteld. Dat is de reden dat het struc turele tekort niet is aangegeven. Bovendien zijn de definitieve cijfers nog niet bekend. Schoolzwemmen. Wethouder Beekhuiizen verzoekt de heer Meeuwisse zijn vraag nader toe te lichten. De heer Meeuwisse antwoordt dat het college met zijn toezegging voorbij gaat aan de herindeling.

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1995 | | pagina 101