Openbare vergadering
van de raad der gemeente Woensdrecht op 31 mei 1994 des avonds om 20.00 uur
uur in de raadszaal.
Aanwezig-voorzitter
-secretaris
-de leden
-wethouders
Afwezig
H.W.M. Klitsie, burgemeester.
F.A.J. Jansen.
Adriaansen, Ars, Bosman, Forman, Huijgens,
De Klerk-Tempelaars,
Jansen, De Keijzer-van Dongen, Meeuwisse,
Konings, Van Loon,
Dragt-Keller en Ir. Van der Schrier.
Schuurbiers en Beekhuijzen.
geen der leden.
De voorzitter opent de vergadering met gebed.
Tot voorstemmer wordt door het lot aangewezen de heer Bosman.
De heer Van der Schrier heeft het volgende punt van orde. Z.i. is het gebrui
kelijk in de raad om de partijen in volgorde van grootte te rangschikken. Aan
de hand van de leggers heeft hij geconstateerd dat dit nu niet is gebeurd.
De voorzitter antwoordt dat de partijen in de vorige vergadering bij het aan
treden van de nieuwe raad naar grootte waren gerangschikt. Waarschijnlijk
heeft de rangschikking vanavond routinematig volgens de oude situatie plaats
gevonden. Hij stelt voor nu zo te bliijven zitten en zegt toe dat bij de vol
gende vergaderingen de juiste volgorde zal worden aangehouden.
1. Vaststelling notulen der vorige vergaderingen.
De notulen van de openbare vergaderingen van 29 maart 1994 en
12 april 1994 zijn de leden in concept toegezonden.
De raad besluit zonder hoofdelijke stemming de notulen ongewijzigd
vast te stellen.
2Mededelingen.
Verwezen wordt naar de bij de agende behorende lijst van mededelingen.
Bespreking volgt over de volgende punten.
De voorzitter licht toe dat in de lijst van mededelingen onderscheid is
gemaakt tussen A- en B-mededelingen. In grote lijnen komt het erop neer
dat A-mededelingen in nagenoeg alle gevallen voor kennisgeving zijn aan te
nemen. De B-medelingen zijn meestal in behandeling of zeer actueel. Het
college kan zich voorstellen dat de raad daarover wil debatteren. Een
raadslid kan in de commissievergadering altijd terugkomen op een A-medede
ling. Het college hoopt met deze aanpak het overleg in de raad wat effi
ciënter te maken. De raad bepaalt echter te allen tijde de orde en kan
zaken onder A genoemd altijd aan de orde stellen.
Onder verwijzing naar mededeling 31. deelt hij mee dat de datum van de
antwoordbrief moet worden gewijzigd in 24mei94. Aangezien achteraf is ge
bleken dat de betreffende brief niet ter inzage heeft gelegen, zal dit
alsnog gebeuren.