- 2 -
De heer Van Loon deelt mee dat de P.v.d.A. het betreurt dat de verkie
zingsuitslag voor haar zo is verlopen, maar kan zich bij deze democratische
uitslag neerleggen.
De P.v.d.A.-fractie betreurt in deze wel de opstelling van V.V.D.-fractie
en -bestuur. De P.v.d.A.-fractie had de heer Beekhuijzen uitgenodigd voor
een oriënterend gesprek om tot coalitievorming te komen. Het V.V.D.-bestuur
heeft hierop schriftelijk geantwoord dat het nog met de A.W.B.-fractie in
onderhandeling was. Tot zijn grote verbazing vernam hij enkele dagen later
uit de pers dat de heer Beekhuijzen niet meer met de P.v.d.A. wilde praten
omdat hij tot overeenstemming was gekomen met A.W.B. en hij zich niet kon
vinden in de uitgangspunten van de P.v.d.A.. De P.v.d.A. zou een maximale
groeigemeente voorstaan en er was geen onderhandelingsruimte meer.
Hij vindt dit zo persoonlijk gesteld door de heer Beekhuijzen, dat het ook
voor de toekomst bijna onmogelijk is geworden om samen te werken met de
V.V.D.De P.v.d.A.-fractie zal dit college niet steunen.
De heer Koninas deelt mee dat er tijdens de voorbesprekingen zaken zijn
gepasseerd waarop hij graag wil reageren. Het is heel gebruikelijk dat par
tijen elkaar consulteren om tot samenwerking in collegeverband te komen. Om
te bepalen of er tot vruchtbare samenwerking te komen is, moet men wel sa
men aan tafel gaan zitten om geen voorbarige conclusies de wereld in te
sturen over de andere partij. Er moet dus open communicatie zijn. Het is
uitermate zwak uitgedrukt als hij stelt dat hij bijzonder teleurgesteld is
in de opstelling en uitlatingen van de heer Beekhuijzen wat betreft een
eventuele samenwerking met de P.v.d.A.
Toen de heer Beekhuijzen in de vorige periode tot wethouder werd gekozen is
dat met welgemeende steun van de P.v.d.A. gebeurd omdat de fractie vertrou
wen in hem had en meende dat hij een open communicatie op bestuurlijk vlak
zou kunnen bevorderen. Een zaak van enorm maatschappelijk belang.
Terugkijkend naar hetgeen de afgelopen weken is gebeurd kan hij niet anders
dan concluderen, dat de P.v.d.A. zich heeft vergist. De heer Beekhuijzen
heeft helemaal geen behoefte aan communicatie. Dat blijkt namelijk uit het
artikel van 5apr94 in Brabants Nieuwsblad. In dit artikel neemt de heer
Beekhuijzen bovendien al een voorschot op de toekomst door te zeggen dat
het beleid dat de P.v.d.A. voorstaat botst met hetgeen de V.V.D. voor de
toekomst wil. Hij vraagt zich af of hier sprake is van vooroordelen, van
demagogie of van nieuw liberalisme. Hij vindt het een uiterst merkwaardige
houding van de heer Beekhuijzen en hij wil graag willen weten of dit de
houding is van de hele V.V.D.-fractie en het hele V.V.D.-bestuur.
De P.v.d.A. is van mening dat er met haar programma geen blokkades behoeven
te zijn. De P.v.d.A. was en is te allen tijde voor open communicatie en met
respect voor alle partijen in deze raad. Dat respect mist hij in de houding
en de uitlatingen van de heer Beekhuijzen. Hij hoopt dat de bevolking in
het toekomstig te ontwikkelen beleid hiervan geen nadeel zal ondervinden.
De P.v.d.A. blijft te allen tijde bereid bestuurlijke verantwoordelijkheid
te aanvaarden en laat zich bij voorbaat ook naar de volgende verkiezingen
toe door niemand uitsluiten.
De heer Meeuwisse deelt mee dat de C.D.A.-fractie ondanks het feit dat de
uitslag van de verkiezingen voor haar niet zo prettig is verlopen, altijd
duidelijk te kennen heeft gegeven dat zij bestuurlijke verantwoordelijkheid
wenst te nemen. De CD.A.-fractie heeft zelfs alternatieven aangedragen om
in deze gemeenschap tot een nog breder draagvlak te komen. De fractie be
treurt het dat er op geen enkele wijze is gereageerd om dit nader te onder
zoeken op basis van programma's. Men heeft niet genoeg aan een folder en
helaas heeft de fractie moeten concluderen dat de deur zelfs nooit op een
kier heeft gestaan.