- 11 - De voorzitter geeft de wethouder van financiën en belastingen gelegenheid tot beantwoording van de gestelde vragen. 1. Benoeming 3e parttime wethouder. Wethouder Beekhuiizen merkt op dat in het coalitieprogramma duidelijke afspraken zijn gemaakt. Als uit het stappenplan, dat het college in het eerste kwartaal 1995 verwacht, blijkt dat een 3e wethouder nodig is, zal het college daartoe overgaan. 10. Randweg. Wethouder Beekhuiizen deelt mee dat hij de vragen die in relatie staan met de O.Z.B. zal beantwoorden. De voorzitter neemt de overige vragen voor zijn rekening. 12a. Schoolzwemmen/natte gymlessen. Wethouder Beekhui-izen merkt op'dat het college de visie van A.W.B. deelt. Zwemonderwijs tijdens de natte gymles is prima, maar niet ten laste van de gemeente 15. Ouderenbeleidsolan. Wethouder Beekhuiizen zegt toe dat het ouderenbeleidsplan in de eerste helft van 1995 wordt opgepakt. 24. Brandveiligheid Meulenblock I en II. Wethouder Beekhuiizen antwoordt dat ca. 30.000,van het op het inves teringsschema opgenomen bedrag ad 61.000,is bestemd voor brandvei ligheid. Het resterende gedeelte is bestemd voor verbetering van het ventilatie systeem in Meulenblock II. Dit systeem functioneert niet meer en bezorgt omwonenden veel overlast. Het is de bedoeling deze werkzaamheden in de krokusvakantie 1995 uit te voeren. 78. Subsidiërinas- en huurpriizensysteem gemeentelijke accommodaties. Wethouder Beekhuiizen antwoordt dat in 1992 een bepaalde systematiek in gang is gezet, waarbij de afspraak is gemaakt dat na 5 jaar een evaluatie zou plaatsvinden. In de tussenliggende periode worden de tarieven bijge steld op basis van een indexering aan de hand van de cijfers van het Cen traal Planbureau. 81. Ouderenbeleidsplan. Zie het antwoord bij vraag 15. 94. O.Z.B. Wethouder Beekhuiizen antwoordt dat het college in zijn beantwoording dui delijk heeft gesteld dat de berekening op zich klopt, maar dat het uit gangspunt anders is. Het college meent dat men zich niet moet beperken tot het 1ste gedeelte van de randweg, maar dat men het totale pakket moet be kijken. Met het collegevoorstel bedraagt de meeropbrengst van de O.Z.B. 576.000,—, dat is 32,25%. De C.D.A.-fractie wil de eerste 125.000,t.w. ca. 7%, veilig stellen voor het wegenbeheer en conform de afspraak nog eens 3,5%, dus totaal 10,5%. Dat houdt in een tariefsverlaging van 21,75% in relatie tot voor noemde 32,25% en komt neer op ca. ƒ.4,95. Na 3 jaar heeft men dan een be drag van 600.000,gereserveerd. In de methodiek die het college hanteert wordt in dezelfde periode een reservering opgebouwd van 1,5 miljoen. Dat houdt in dat de gemeente vol gens de berekening van de C.D.A.-fractie na 3 jaar 9 ton minder zou hebben gereserveerd en met een tekort zit van 6,1 miljoen.

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1994 | | pagina 117