- 6 - De drie andere fracties hebben wij naast ons schrijven niet benaderd, omdat wij er vanuit gingen dat dit door de landelijke partijen zelf werd gedaan.Voorzitter tijdens de stemming van de provinciale staten zal blijken wat onze inspanningen opgeleverd hebben en dan zal ook duidelijk zijn of het C.D.A. er in geslaagd is HAAK partij van onze "gemeentelijke zienswijze" te overtuigen. Tevens zal dan blijken of de ingangen in Den Bosch en Den Haag zo belangrijk zijn, als regelmatig wordt aangevoerd. A.W.B. wil met deze uitleg duidelijk maken dat ZIJ er alles aan ge daan heeft de "Heimolen e.o." voor Woensdrecht te behouden, hetgeen ons gemeenschappelijk Raadsdoel is. 3e Aan de P.v.d.A. zouden wij willen vragen: Hoe kan een college aan kiezersbedrog doen, zij wordt immers niet rechtstreeks gekozen. De Raad wordt gekozen, politieke partijen doen in de verkiezings strijd beloftes, maar het-college niet. Daarom denken wij dat u bedoelt te zeggen: Dat wij als partij aan "kiezersbedrog" doen t.o.v. de ouderen. A.W.B. kan u daaromtrent gerust stellen: Als u punt 15 nog eens goed doorleest, zult u moeten toegeven dat wij harder en scherper gepro testeerd hebben tegen het collegevoorstel dan u, daarom is er vermoe delijk een aangepast plan gekomen. Doch dit is geen "kiezersbedrog", maar een tot uitvoer laten brengen van een verkiezingsbelofte en dat is een totaal andere taal dan dat u spreekt. Voorzitter, tot zover onze le ronde in deze 2e termijn." De heer Meeuwisse spreekt namens de C.D.A.-fractie als volgt: "Voorzitter, het C.D.A. wil graag in deze tweede termijn van de Algemene Beschouwingen 1995 beginnen met u een compliment te maken vanwege de se rieuze en open wijze, waarop u heeft gereageerd op onze vragen en opmer kingen in eerste termijn. Wij zijn daar zeer gelukkig mee en hopen dan ook, dat deze wijze van omgaan met elkaar in de toekomst kan worden voortgezet. Een groot deel van uw reacties is van dien aard, dat wij er geen behoefte meer aan hebben, hierop nu terug te komen. Wij zullen ons dan ook beperken tot die zaken, waar wij een andere visie op hebben dan u of waarover wij graag meer duidelijkheid zouden willen verkrijgen. 55. De kwestie derde wethouder. Wij hebben waardering voor uw inzicht, dat het aanbeveling verdient, dat het College zo breed mogelijk wordt gesteund. Gezien de samenstelling van de Raad, kan de gewenste verbreding van steun uitsluitend plaatsvinden via fracties, die landelijk zijn georganiseerd. Het C.D.A. vindt dit overigens uiteraard een goede zaak. Verbaasd is het C.D.A., dat u ons verwijt het collegeprogramma niet te steunen en dat u daaruit meteen ook maar de conclusie trekt, dat iemand van onze fractie niet in het college kan worden opgenomen. Wij bevelen de notulen van de raadsvergadering van 31 mei 1994 ten zeerste in uw aan dacht aan. Hierin kunt u nalezen, dat het C.D.A. het collegeprogramma wel degelijk steunt, maar dat wij het op sommige punten te summier vonden: wij misten bijvoorbeeld de opstelling van het college wat betreft de HSL, de goederenspoorlijn, het poldergebied en het ambtelijke apparaat in het kader van de gemeentelijke herindeling.

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1994 | | pagina 112