- 10 - De heer Meeuwisse deelt mee dat de C.D.A.-fractie van mening is dat de raad in het verleden een goede nota t.a.v. het prijsbeleid heeft vastge steld. De C.D.A.-fractie wenst dit beleid te handhaven. Hij heeft echter nog geen antwoord gekregen op de vraag of een koper ver haalsrecht heeft als achteraf blijkt dat de grond toch vervuild is. De heer Bosman stelt dat er in het verleden goede afspraken zijn gemaakt over de grondprijzen. De A.W.B.-fractie wenst daar niet vanaf te wijken. Kijkend naar de grond waar het beruchte "schelpenpaadje" heeft gelopen, gaat het hoofdzakelijk om grond van 30,-- per m2De meeste andere stukjes grenzen aan percelen die nog niet zo lang geleden als bouwgrond zijn verkocht of als zodanig in gebruik zijn geweest. Het is een reële prijsstelling, waar de A.W.B.-fractie zich volledig in kan vinden. Wethouder Schuurbiers antwoordt dat koper van de grond geen verhaalsrecht heeft. Normaliter is bodemonderzoek vereist, tenzij op historische gronden kan worden aangetoond dat geen acitiviteiten hebben plaatsgevonden die de bodem hebben verontreinigd. Aangaande het voormalige pad weet hij dat daar in het verleden puin en as zijn gedumpt. Doch de uitermate geringe hoeveelheden asbest die eventueel aanwezig zouden kunnen zijn wegen niet op tegen de hoge kosten van een onderzoek. Als de koper een schoongrondverklaring eist wordt de grond niet verkocht. Wethouder Beekhuiizen deelt mee begrip te hebben voor de reactie van de heer Van Loon. Ook het college wil de prijzen handhaven die destijds zijn vastgesteld. Doch, op dat moment was er nog geen sprake van het fenomeen schoongrondverklaring. Persoonlijk is hij een warm voorstander van indi catief bodemonderzoek en het verdisconteren van de kosten in de grond prijs. Het lijkt hem een goede zaak om de grondprijzen in relatie met de schoongrondverklaring in de toekomst nog eens opnieuw te bekijken. In die zin vindt hij de opmerking van de heer Van Loon heel terecht. De heer Huiiaens vindt dit een vreemd voorstel. Wethouder Beekhuiizen antwoordt dat hij aanpassing van de grondprijzen in relatie tot indicatief bodemonderzoek en schoongrondverklaring, de moeite van het overwegen waard vindt. De heer Huiiaens stelt voor het voorstel aan te houden en eerst de grond prijzen aan te passen. De voorzitter stelt dat nu de verkoop van stroken grond aan de orde is. Er zijn opmerkingen gemaakt over de grondprijs. Het voorstel van wethouder Beekhuijzen om de grondprijzen in het kader van de huidige ontwikkelingen nader te bezien, staat echter volstrekt los van dit agendapunt. Verder hebben BenW duidelijk aangegeven dat zij bij de verkoop van derge lijke kleine stukjes grond niet bereid zijn een duur bodemonderzoek te laten verrichten. Als aspirant kopers dat risico niet aandurven, moeten zij de grond niet kopen. Als uit historische gegevens blijkt dat er wellicht iets mis is, zal bo demonderzoek plaatsvinden en worden de kosten van het onderzoek in de prijzen verdisconteerd. Als uit historische gegevens blijkt dat er waar schijnlijk niets aan de hand is kan de gemeente bij dit soort kleine vlek jes dat risico nemen. Als de aspirant koper dat risico niet wil nemen moet hij niet kopen. In alle andere gevallen laat de gemeente indicatief bodemonderzoek ver richten. Bij een plan als Heiakkers zijn de kosten in de exploitatie ver werkt. De wethouder heeft gezegd dat er niet valt te verhalen. Als uit historisch onderzoek blijkt dat er geen verontreiniging in de bodem zit en de gemeente verklaart dat aan de koper, kan de koper de gemeente evenwel aansprakelijk stellen als hij bodemverontreiniging kan aantonen. Of kosten van onderzoek en schoonmaken kunnen worden verhaald is een andere zaak. Vandaar dat een historisch onderzoek noodzakelijk is. Pas als je vrij ze ker bent dat er niets wordt aangetroffen kun je daarin berusten.

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1994 | | pagina 10