3 - De voorzitter stelt de heer Meeuwisse voor na de vergadering naam en adres te geven van de door hem genoemde voorlichter van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat. 11. Gedeputeerde Staten; Wederzijdse verwittiging bij Luchtverontreiniging en Rampen. De heer Ars brengt naar voren dat al jaren hierover wordt gepraat. In 1978 zijn al afspraken gemaakt tussen de commissarissen van Zeeland en Brabant, de gouverneur van de provincie Antwerpen en het stadsbestuur van Antwerpen. In dit kader is van belang de eerste aanvullende overeen komst die op 5feb90 is ondertekend door de ministers van binnenlandse zaken van België en Nederland ter uitvoering van de overeenkomst tussen beide landen inzake wederzijdse bijstandsverlening bij het bestrijden van rampen en ongevallen. Een soortgelijke overeenkomst tussen de grens provincies is in concept gereed. De luchtverontreiniging in de zuidwest hoek baart de AWB-fractie grote zorgen. Ze vormt een bedreiging voor de volksgezondheid in deze streek. Rapporten over sterftecijfers bevestigen dit. Aangezien na al die jaren nog niet veel zichtbaars is gebeurd stelt de AWB-fractie voor, in Antwerpen een contactpersoon te benoemen om meer inzicht te krijgen in de hele problematiek, alsmede om te proberen de problemen gezamenlijk op te lossen. Tot slot informeert hij of dit voorstel in overleg met de provincie op korte termijn zou kunnen worden gerealiseerd. De heer Van Strien vraagt hoe de gemeente Woensdrecht wordt geïnformeerd bij rampen en luchtverontreiniging vanuit België. Hij heeft in de stuk ken gelezen dat de gouverneur van Antwerpen rijkspolitie en streekgewest informeert, die op hun beurt de provincie informeren. Burgemeesters van grensgemeenten die direct aan België grenzen kunnen rechtstreeks infor matie vragen bij de burgemeester van de gemeente waar de ramp plaats vindt, doch hij heeft nergens kunnen vinden hoe de gemeente Woensdrecht wordt geïnformeerd. De voorzitter antwoordt dat de provincie probeert deze contacten zo goed mogelijk te organiseren, omdat hier meerdere gemeenten belang bij hebben. Verder lijkt het hem een goede zaak om het voorstel van de heer Ars, inzake het benoemen van een contactpersoon, bij de provincie naar voren te brengen. Tot slot deelt hij mee dat de gemeente Woensdrecht via de regionale brandweer wordt geïnformeerd. 13Streekgewest Westelijk Noord-Brabant; Discussie toekomstig model samenwerking milieu. De heer Ars merkt op dat de gemeente voor 1 maart 1992 moet laten weten of zij met het voorgestelde model samenwerking milieu kan instemmen. 14 november 1991 is dit punt in het portefeuille-overleg besproken en is, onder voorbehoud van de kosten, met algemene stemmen hierin toegestemd. Volgens het model komt er een bundeling van krachten t.a.v. het milieu beleid. Een van de grootste knelpunten vormt de opgelopen achterstand in de produktie, aangezien de centrumgemeenten de contracturen slechts ge deeltelijk konden leveren. Er zijn nog heel wat problemen en de AWB-fra- tie is van mening dat de organisatorische eenheid bij het Streekgewest moet liggen. Gezien de toekomstige ontwikkelingen op milieugebied zoals Hinderwet, lozingsbesluit rioleringen, chemisch afval, andergrondse tanks, inhalen van achterstand vergunningverlening, controles, etc., is de AWB-fractie, ondanks forse organisatorische wijzigingen en de loop tijd van deze aanpak, voorstander van deze samenwerking volgens Model B. Zij het met voorbehoud t.a.v. de kosten.

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1992 | | pagina 3