-lo
11. Voorlopige vaststelling iaarrekeningen 1989.
Stuknr. 92.23.
De raad besluit zonder hoofdelijke stemming conform het voorstel van bur
gemeester en wethouders.
12. Uitgaaf voor het vervangen van een brandweerwagen,met kredietvoterincr.
Stuknr. 92.24.
6e wijziging gemeentebegroting 1992.
De raad besluit zonder hoofdelijke stemming conform het voorstel van bur
gemeester en wethouders.
13. Afrekening subsidie 1989. 1990 en 1991 voor de Stichting Openbare Biblio
theek. alhier
Stuknr. 92.25.
5e wijziging gemeentebegroting.
De heer Jansen deelt mee dat de CDA-fractie nog enkele vragen heeft. De
raad is het hoogste orgaan in de gemeente en het college het dagelijks
bestuur. In de regel wordt bij het college aangeklopt als men met het ge
meentebestuur heeft te maken. Het college heeft te maken met de dagelijkse
gang van zaken en moet goed op de winkel passen, zaken afhandelen en voor
bereiden. De raad stelt vast, besluit en controleert. Volgens de CDA-frac
tie heeft dit college niet altijd zo goed opgepast. Op binnengekomen post
en telefoontjes werd naar de mening van de CDA-fractie niet gereageerd. De
fractie vindt dat jammer.
Richting raad werd het hele proces doodgezwegen. Slechts eenmaal, tijdens
de verstrekking van de jaarlijkse subsidie voor 1991 (december 1990), had
de raad de begroting van de bibliotheek ter beschikking en het voorstel
van het college werd toen gevolgd.
Toen eind vorig jaar alles bekend werd van de bibliotheek, tijdens de be
handeling van de subsidietoekenning 1992, besloot de raad voorlopig een
bedrag van te stellen in afwachting van de evaluatie,
Nu wordt de indruk gewekt dat ook de raad, de bibliotheek en misschien ook
het college hieraan schuldig zijn. Doch de raad mag niet evalueren en het
college handelt de zaak financieel af. Evalueren is echter veel meer. Het
echte terugzien ontbreekt, omdat alleen financiële gegevens zichtbaar zijn
gemaakt. De CDA-fractie vraagt zich af waarom het hoogste orgaan binnen de
gemeente de informatie wordt onthouden, waarnaar in de commissievergade
ringen duidelijk is gevraagd.
Wethouder Beekhuiizen is het met de heer Jansen eens dat de zaak finan
cieel is afgehandeld, omdat het ook een financieel probleem was. Uit de
voorliggende stukken blijkt duidelijk waar de problemen zaten. Alle ener
gie is aangewend om deze problematiek op te lossen en spreker voelt geen
enkele behoefte om zich verder in de schuldvraag te verdiepen.
Er zijn duidelijke afspraken gemaakt met de bibliotheek, die nog op
schrift worden gesteld, en daarna wordt er een nieuwe weg ingeslagen.
De heer Bosman is van mening dat de wethouder deze zaak op een voortreffe
lijke wijze heeft geklaard. Niet achterom kijken, maar vooruit zien. Hoe
wel het nu wat geld kost, zou de gemeente dit geld ook kwijt zijn geweest
als de problematiek eerder was onderkend, omdat de stukken dan eerder wa
ren bijgesteld.
De heer Bornet is de wethouder dankbaar voor de wijze waarop hij de zaak
terug op de rails heeft gezet. Een en ander betekent echter niet dat de
voorafgaande gebeurtenissen onder de mat moeten worden geveegd. Er zijn in
het verleden een groot aantal zaken misgegaan. Brieven en telefoontjes
zijn genegeerd en er is nauwelijks contact geweest met het bestuur van de
bibliotheek, waardoor voor de bibliotheek gigantische problemen zijn ont
staan. Ondanks de grote inzet van de wethouder wil hij duidelijk naar vo
ren brengen dat hiermee het voorafgaande niet kan worden goedgepraat.