- 8 - 13Voorstel inzake fusie van Welstandszorq West-Brabant met Welstandszorq Oost-Brabant. Stuknr. 92.137. De heer Van Loon is zeer ontevreden over het functioneren van de huidige welstandscommissie en over het aangeboden evaluatieverslag. Gezien het gering aantal bouwaanvragen dat de eerste keer wordt goedgekeurd, vraagt hij zich af wat voor zin een dergelijke welstandscommissie heeft. De PvdA-fractie is van plan om op basis van dit resultaat uit te zoeken of het niet verstandiger zou zijn om naar een andere commissie uit te zien. Aangezien de nieuwe welstandscommissie nog verder van huis zit, vermoedt hij dat het resultaat nog minder zal worden. De heer Meeuwisse deelt mee dat de CDA-fractie niet uitgebreid wenst in te gaan op de details die in de commissie zijn besproken. Er zijn twee zaken aan de orde: evaluatie en fusie. Hij betreurt de wijze waarop de evaluatie heeft plaatsgevonden. Er was geen vergelijkingsmateriaal beschikbaar. Daarnaast fusie welstandszorg per ljan93Er is een principiële koppeling gelegd tussen evaluatie en fusie. De CDA-fractie verzoekt het college met klem om in de tussenliggende periode een juiste evaluatie te doen plaats vinden, het raadsvoorstel terug te nemen en een eventuele fusie later aan de orde te stellen. Als uit een duidelijke evaluatie zou blijken dat een fusie werkelijk tot stand dient te komen, kan alsnog daartoe worden beslo ten. Doch als mocht blijken dat de welstandszorg niet naar wens functio neert en er geen bijstellingen mogelijk zijn, zal het gemeentebestuur op een elegante manier afscheid moeten nemen van de welstandszorg West-Bra bant. Hoewel een dergelijke stap financiële gevolgen heeft, heeft de ge meente niet om een fusie gevraagd. Mogelijk kan op die manier een finan cieel debacle worden voorkomen. De CDA-fractie verzoekt nogmaals dringend om een goede evaluatie van de welstandszorg. Do heer Bosman merkt op dat in de commissievergadering van juni 1991 en in de raadsvergadering van 25jul91 uitvoerig van gedachten is gewisseld over het al dan niet toetreden tot de welstandszorg West-Brabant. De raad heeft toen met een duidelijke meerderheid gekozen voor aansluiting. Alleen de CDA-fractie was tegen. De redenen voor toetreding waren: een snellere beoordeling van de bouwaanvragen en een gelijke beoordeling t.o.v. de buurgemeenten. Tijdens de debatten is geen enkele keer aangevoerd dat er kwaliteitsverbetering werd verwacht, wel snelheid en gelijkheid van beoor deling. In de stukken van juni 1991 stond reeds te lezen dat de beide welstands- zorgen zouden gaan fuseren. Toch is de raad met deze commissie in zee ge gaan. Hij lijkt hem bijzonder hypocriet om nu te stellen dat de fusie geen doorgang kan vinden. Dat er bij bepaalde fracties een gevoel van onvrede heerst, begrijpt hij. De stelling dat de huidige welstandscommissie slechter functioneert dan de vorige commissie zal de AWB-fractie ten zeerste bestrijden. Welstandszorg is een zaak van deskundigheid en smaak. De AWB-fractie is blij dat het college de adviezen zo zwaar laat wegen, niet op de stoel van de wel standscommissie gaat zitten en slechts zelden een ander besluit neemt. Alle voor- en nadelen tegen elkaar afwegend komt de AWB-fractie tot de conclusie dat deze commissie sneller en doelmatiger werkt; bereid is goede adviezen te geven en waar heeft gemaakt waarvoor ze is ingehuurd. De voor gestelde samenwerking geeft de AWB-fractie het vertrouwen dat een en ander in de toekomst alleen nog maar beter wordt. De AWB-fractie staat volledig achter het voorstel van het college. De heer Van der Schrier ziet nog steeds geen verband tussen de fusie van de welstandszorg Oost- en West-Brabant en het functioneren van de huidige welstandszorg. Collega raadsleden hebben wel een koppeling gelegd tussen beide zaken. Deze koppeling is door de wethouder niet ontkend. Kijkende naar het evaluatierapport onderschrijft hij de visie van de heren Van Loon en Meeuwisse.

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1992 | | pagina 130