- 11 -
Nu gaat u terug naar uw oude stiel, in verzorging en verpleging bent u al weer
volop actief. U hebt eerst de gemeente verzorgd en nu gaat u weer de mensen ver
zorgen. Het verschil is misschien minder groot dan het lijkt. Wij zijn u als
raad zeer veel dank verschuldigd voor hetgeen u voor de gemeente in deze 12 ja
ren hebt betekend. U weet dat daar een cadeautje aan vast zit, t.w. een wandbord
dat iedereen krijgt, die minstens 4 jaar raadslid is geweest. U zou er eigenlijk
drie moeten hebben, maar waar laat je dat spul allemaal en het moet tenslotte
een beetje uniek blijven, en omdat u een dame bent en bovendien een oud wethou
der krijgt u ook nog een bloemetje.
Onze beste wensen vergezellen u en laten we voorlopig maar zeggen tot ziens,
hier in de raad."
De heer Van Loon spreekt als volgt:
"Beste Geertje, het gebeurde voor ons als fractie niet geheel onverwachts, zoals
de voorzitter al aangaf. Reeds bij de laatst gehouden verkiezingen gaf je te
kennen, dat bij het niet continueren van het door ons ingeslagen beleid, het
voor jou bijzonder moeilijk zou zijn, na 7 jaar in de politieke keuken te hebben
gewerkt, aan tafel te gaan zitten en te wachten wat anderen ervan bakken. Be
grijpelijk voor mij en voor vele anderen. Toch hoor ik, ook in de organisatie
van het gemeentehuis, veel geluiden die het betreuren dat je afscheid neemt.
Persoonlijk hebben wij het als een goede en leerzame tijd ervaren om met je te
mogen en te kunnen samenwerken. De sfeer in de fractie is altijd goed gebleven.
Openheid naar elkaar was een must voor je en je gevoel paste bij je geaardheid.
Je wond er geen doekjes om. Hooguit een doekje voor het bloeden en dat ga je nu
ook weer doen. Namens de fractie bedankt voor alles. We zullen echt nog wel eens
bij je te rade komen. We wensen je veel geluk en werkplezier en ook je man en
kinderen, aan wie we veel erkentelijkheid verschuldigd zijn, onze dank namens de
fractie.
Mevrouw Koulman spreekt als volgt:
"Na deze vriendelijke woorden zou ik eigenlijk een vriendelijk, aardig dank
woordje moeten spreken. Dit is echter de laatste gelegenheid om nog te zeggen
wat naar mijn idee gezegd moet worden. Niet iedereen zal dit aardig en vriende
lijk vinden. Alleen maar aardig en vriendelijk zijn ligt niet in mijn aard, of
genenpakket zoals minister Bukman het noemde, want men moet reageren volgens het
eigen genenpakket, anders wordt men ordinair. Men is dus gewaarschuwd.
Mij wordt verweten door de wethouders dat ik rancuneus zou zijn en daarom kri
tiek heb. Natuurlijk is het zo dat men in het college meer invloed kan hebben
dan in de oppositie. Maar het college heeft van de oppositie nu eenmaal kritiek
te verwachten, tenzij een voorbeeldig beleid wordt gevoerd. Immers als ik werke
lijk rancuneus was zou ik met andere zaken komen, b.v.
- dat er van een wethouder meer verwacht wordt, dan alleen het netjes voorlezen
van een agenda;
- dat er van wethouders verwacht wordt dat ze de zaak zelf verdedigen, niet de
ambtenaren. Zo wordt de indruk gewekt dat de ambtenaren het beleid bepalen en
niet het college;
- dat er van ze verlangd wordt dat ze ergens achter staan en niet altijd de in
druk moeten geven van het is nu eenmaal zo beslist, ze beslissen toch zelf;
- dat ook buiten de gemeente Woensdrecht het belang van de gemeente behartigd
moet worden;
- mij is in het verleden door de V.V.D. verweten alleen maar op de winkel te
passen, nu krijg ik het idee dat men al zenuwachtig wordt als er een klant in
de winkel verschijnt.
Dit heb ik u de laatste maanden allemaal niet verweten omdat ik de schijn van
rancune wou vermijden.
Toch wil ik nog een paar kritische opmerkingen maken, die beslist niet rancuneus
zijn bedoeld, maar meer ter overweging dienen.