m - 6 - 6Beroep tegen weigering bouwvergunning voor het veranderen van de woning Fokkerlaan 17. Stuknr. 91.2. De heer Bosman vindt het onjuist dat het beroepschrift niet ontvankelijk wordt verklaard en wel door de hoorcommissie inzake bezwaar- en beroep schriften is behandeld. Hierdoor is de indruk gewekt dat het bezwaarschrift wel ontvankelijk is. Het college had bezwaarmaker na ontvangst van het be zwaarschrift kunnen berichten dat het bezwaar niet onvankelijk was wegens termijnoverschrijding. Een dergelijke handelwijze zou begrijpelijk en accep tabel zijn geweest. Aangezien het college voor een andere werkwijze heeft gekozen is de AWB-fractie van mening dat deze ook gevolgd dient te worden. Hoewel het niet zo is, wordt nu de schijn gewekt dat het college na het ho ren van de uitslag van de hoorcommissie naar wegen heeft gezocht om het be roep niet ontvankelijk te verklaren. De AWB-fractie acht het bezwaarschrift derhalve wel ontvankelijk. Mevrouw Koulman is van mening dat indien een bezwaarschrift te laat wordt ingediend en bezwaarmaker toch wordt gehoord, betrokkene dit moet worden meegedeeld en dat moet worden geïnformeerd of er een reden is die hem even tueel verschoningsrecht geeft. In de commissie is het bezwaar afgehandeld of er niets aan de hand was. Hoewel spreekster van mening is dat het indienen van bezwaarschriften aan termijnen gebonden dient te zijn, moet niet de schijn worden gewekt dat alles in orde is. De heer Van Loon verzoekt om verduidelijking aangaande de procedure bij een bouwaanvraag, aangezien hij heeft geconstateerd dat BenW besluiten nadat de welstandscommissie advies heeft kenbaar gemaakt, hetgeen z.i. aanleiding kan geven tot misverstanden als de welstandscommissie negatief adviseert en het college positief besluit. De heer Beekhuiizen brengt naar voren dat niemand voor en tijdens de behan deling van het bezwaarschrift heeft onderkend dat het bezwaar te laat was ingediend. Aangezien het niet ontvankelijk verklaren de enige juiste beslis sing is, stelt hij voor betrokkene schriftelijk over de gang van zaken te informeren en in de gelegenheid te stellen een nieuwe bouwaanvraag in te dienen, die t.a.v. de hele procedure met voorrang dient te worden behandeld. De heer Luysterburq deelt mee dat ook de CDA-fractie van mening is dat na het overschrijden van de termijn het bezwaar niet ontvankelijk dient te wor den verklaard en informeert waarom de zaak op deze manier is afgehandeld. De heer Huiiaens informeert of de raad nu kenbaar kan maken hoe verder ge handeld dient te worden. Wethouder Schuurbiers geeft toe dat pas na ontvangst van het advies van de hoor- en bezwaarcommissie is geconstateerd dat het bezwaarschrift te laat was ingediend. Hoewel het heel vervelend is, dient het beroep toch niet ont vankelijk te worden verklaard. Hij is het dan ook eens met het voorstel van de heer Beekhuijzen om betrokkene mee te delen dat hij opnieuw een bouwaan vraag kan indienen, die dan met voorrang zal worden behandeld. De voorzitter vult aan dat de raad nu kenbaar kan maken of een nieuwe bouw aanvraag positief door BenW zou moeten worden beoordeeld. Spreker is het met de opmerking van mevrouw Koulman eens dat bij de behande ling van een dergelijke zaak in de hoor-/en bezwaarcommissie bezwaarmaker en de commissie op de hoogte dienen te zijn van het feit dat het bezwaar niet ontvankelijk is, omdat de termijn van indiening is overschreden. Aangaande de te volgen procedure bij aan bouwaanvraag deelt spreker mee dat de aanvraag altijd eerst naar de welstandscommissie gaat en pas bij eventu ele problemen in het college wordt behandeld. De heer Van Loon legt uit dat hij problemen heeft met het feit dat het ad vies van de welstandscommissie eerst naar de aanvrager gaat voordat het bij het college komt, waardoor de mogelijkheid bestaat dat het college positief beslist, terwijl de welstandscommissie de aanvraag afwijst.

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1991 | | pagina 5