V.
- 7 -
De heer Meeuwisse verzoekt het college niet alleen op signalen vanuit de
bevolking te reageren, maar te proberen om beleid te maken en vooraf be
paalde zaken vast te leggen. Dergelijke vragen kunnen dan achterwege blij
ven.
De voorzitter antwoordt dat de raad in de vergadering van mei 1990 heeft
besloten om t.a.v. aanvullende speelgelegenheden het beleid te volgen,
o.m. inhoudende dat in de bestaande wijken niet op eigen initiatief speel
gelegenheden zouden worden geplaatst, maar alleen op verzoek van de buurt
bewoners
De heer Huiicrens staat achter het door het college gevoerde beleid in deze.
De raad besluit zonder hoofdelijke stemming conform het voorstel van bur
gemeester en wethouders.
11. Uitgaaf voor onderhoud en reparatie van gesloten wegverhardingen met cre-
dietvoteringen.
Stuknr. 91.51.
15e wijziging gemeentebegroting 1991.
De raad besluit zonder hoofdelijke stemming conform het voorstel van bur
gemeester en wethouders.
12Weigering van medewerking ex artikel 74 WBO voor vervanging van bliksembe
veiliging basisscholen "Die Hoeghe Heide" (Wouwbaan 8) en "De Startbaan"
(Matthias Wolffstraat 3).
Stuknr. 91.45.
Mevrouw Koulman verwijst naar het verslag van de commissie voor financiën,
waarin de voorzitter heeft toegezegd dat brandweer of bouw- en woningtoe
zicht een rapport zouden opstellen, waaruit blijkt dat een bliksemafleider
niet nodig is. Spreekster mist, het toegezegde rapport.
De heer Bosman meent te mogen veronderstellen dat een dergelijk rapport
bestaat. Indien dat juist is betreurt hij het dat het niet ter inzage is
gelegd.
Wethouder Jansen antwoordt dat er inderdaad een rapport is van bouw-/en
woningtoezicht. Zij heeft het rapport echter te laat ontvangen om het nog
bij de stukken ter inzage te kunnen leggen. Uit het rapport blijkt dat de
noodzaak van de aanwezigheid van een bliksemafleidersinstallatie op de
betreffende schoolgebouwen thans op grond van het gestelde in de bouwver
ordening en het gestelde in NEN 1014 (Nederlands Normalisatie-Instituut),
evenals in 1959, niet aanwezig is.
Mevrouw Koulman gaat hiermee akkoord. Zij vindt het jammer dat bij de
stukken niet was aangegeven dat de gevraagde informatie in de raad zou
worden verstrekt. Tenslotte informeert zij of dit op alle scholen van toe
passing is.
De voorzitter beaamt dat.
De heer Van Loon informeert of de plaatsing van een bliksemafleidersin
stallatie invloed heeft op de hoogte van de verzekeringspremie.
Tevens informeert hij naar de houding van het college t.o.v. de veiligheid
van de kinderen.
De voorzitter antwoordt dat de verzekeringsmaatschappij geen plaatsing van
bliksemafleiders verlangt en dat een dergelijke plaatsing niet van invloed
is op de hoogte van de verzekeringspremie.
Tenslotte deelt hij mee dat de verzekering alleen betrekking heeft op de
gebouwen.
De heer Beekhuiizen voegt eraan toe dat uit de NEN-normen duidelijk blijkt
dat de betreffende gebouwen ver onder de daarin aangegeven waarden blij
ven, waardoor het onnodig is om hierin te investeren.
De heer Bosman gaat na de gegeven toelichting akkoord met het voorstel.
De raad besluit zonder hoofdelijke stemming conform het voorstel van bur
gemeester en wethouders.