- 10 - Naast deze kernfiguren zijn er talloze anderen geweest: raadsleden, ambtena ren, collega's, groeps- en rayoncommandanten der Rijkspolitie, officieren van wat thans heet de Koninklijke Militaire School Luchtmacht, Vliegbasis Woens- drecht en het Depot Mechanisch Vliegtuigmaterieel en Straalmotoren, de direc teuren der Fokkerbedrijven en vele vele anderen, professionals en vrijwilli gers met wie ik heb mogen samenwerken: ook hun betuig ik mijn grote erkente lijkheid. Ik heb overal veel welwillendheid jegens mijn persoon ontmoet en inzet voor het algemeen belang. Het was een voorrecht zo te mogen functione ren. Meer dan een van hen echter heeft mijn vrouw mij bijgestaan, en niet al leen maar gestaan trouwens, en zo mijn activiteiten mogelijk gemaakt. Gelukkig kan ik haar daarvoor dank zeggen zonder te moeten constateren dat het nu met ons samenleven afgelopen is. En tenslotte dank ik de raad voor de afsluiting van mijn loopbaan: dit grandioze afscheidsfeest. En nu de toekomst. Overleeft de gemeente Woensdrecht de 20e eeuw? Het spook van herindeling waart rond. Het is verheugend te constateren dat de vier zuid westhoekgemeenten daarvoor niet wegkruipen maar bezien of wellicht het spook kan worden getransformeerd in een reddende engel. Ik hoop dat het met het hierover bestelde rapport niet dezelfde weg opgaat als met een voor het gewest i.v.m. herindeling opgesteld rapport, de bespreking waarvan de aandacht heeft afgeleid naar het minder bedreigend en vager onderwerp: samenwerking. Van groot belang bij de discussie over herindeling en andere zaken is dat men de dingen bij hun naam noemt en zowel de nadelen als de voordelen van een oplos sing onderkent en erkent. Alleen dan kan een verantwoorde keuze worden gemaakt. Ach, laten we het maar rechtuit zeggen: in echt kiezen zijn wij niet zo sterk. Laat ik nou denken dat we in de zuidwesthoek gekozen hebben voor handhaving van het landschap, dus woon- en utiliteitsbouw alleen voor eigen inwoners. Maar zie, als het mogelijk lijkt te zijn een z.g. logistiek centrum in de pol der te creëren, dan krijgt het eenvoudig het etiket "park" en wordt het geacht te passen in de groenzone tussen de Antwerpse haven en de Brabantse wal. Men voert dan het argument werkgelegenheid voor inwoners aan, maar deelt tegelijk mee dat de omliggende dorpen flink moeten groeien om de van elders komende arbeidskrachten te kunnen huisvesten. Wat willen we nu eigenlijk? Ook de noorder bu'r zit niet stil. Bergen op Zoom wil groter groeien om (zegt de krant, rechtstreeks is ons geen standpunt meegedeeld) het financieel draag vlak te versterken. Niet bijzonder origineel, moet ik zeggen. Maar dat moet Bergen op Zoom zelf weten, zolang ze maar binnen eigen grenzen blijft. Maar dat kan zij wegens plaatsgebrek niet, dus moeten de gemeenten er om heen groeien. Hoe kan dat het financieel draagvlak van Bergen op Zoom vergroten zonder dat die gemeenten worden geannexeerd of tot een soort kolonie, een win gewest, worden gedegradeerd? Bovendien moet het landschap van die gemeenten daaraan worden opgeofferd. Of krijgen we ook hier een redenering als bij het L.P.O.: bouw de Woensdrechtse polder maar vol, dat schendt de groenzone tussen de Antwerpse haven en de Brabantse wal niet want er komen toch bomen langs de straten! Moeten we echt gaan streven naar flinke groei? Is de kreet: "grenzen aan de groei" al weer van de baan? Zal wel, die is ook al weer een paar jaar oud. Inzichten veranderen blijkbaar snel, met name als het er om gaat ze werkelijk in praktijk te brengen. Versta mij goed. U hoort mij niet zeggen, dat die ontwikkelingen in Ossen- drecht en Bergen op Zoom e.o. niet moeten doorgaan, maar dat, als ze doorgaan, het uit is met een landelijke zuidwesthoek. In het kader van het nieuwe streekplan moet die keuze nu worden gemaakt. Nog een paar andere feiten waar ik me zorgen over maak. Ondanks alle z.g. deregulering komen er steeds meer en gecompliceerder rege lingen. Tegelijk worden de gemeenten gekort in hun financiën, zodat ze niet voldoende ambtenaren kunnen aanstellen om de regelingen goed uit te voeren. Loopt dat niet vast?

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1991 | | pagina 147