- 6 -
14Stichting Samenwerkingsverband Nederland-Polen; Bezoek Poolse minister
Prof. J. Regulski.
De heer Huiicrens zou de gemeente willen vragen contacten met deze Stich
ting aan te knopen. Polen is een land in ontwikkeling waar de democratie
op gang begint te komen, waar nog veel te doen valt, maar waar ook zaken
mee gedaan kunnen worden. Z.i. kan het geen kwaad om de mogelijkheden
daar eens af te tasten.
De voorzitter neemt deze mededeling voor kennisgeving aan.
15Ondernemersbelang Waterwingebieden; Priis drinkwater/fusie WMZ-PZEM.
De heer Meeuwisse komt terug op de mededeling van de voorzitter dat de
prijs van het drinkwater in vijf jaar tijd zal worden afgebouwd tot Bra
bantse maatstaven. Spreker vindt het een doekje voor het bloeden, omdat
het de verbruiker in deze periode gemiddeld toch nog 375,extra
kost. Drie jaar geleden heeft de directeur van WMZ tijdens een werkbe
zoek reeds toegezegd dat de tarieven m.i.v. de schaalvergroting van de
WMZ volledig zouden worden aangepast. Het kan zijn dat de fusie met
enorme kosten gepaard gaat, maar uit de jaarrekening van 1989 blijkt dat
er miljoenen in reserve worden gezet en hij vraagt zich af of de Braban
ders de leidingen naar de provincie Zeeland moeten betalen, terwijl zij
ook met de lasten worden opgescheept. Er worden miljoenen liters water
aan de bodem onttrokken in West-Brabant, waardoor het waterpeil zakt,
hetgeen weer gevolgen heeft voor de agrariërs. De concurrentiepositie
van de ondernemers wordt verzwakt door de beperkingen in de waterwinge
bieden en door de hoge watertarieven. Uit het boekje "Tarievenoverzicht"
blijkt dat de WMZ veruit de hoogste tarieven hanteert. Hij meent dat de
zuidwesthoek-gemeenten zich t.o.v. de WMZ harder moeten opstellen en
moeten eisen dat de tarieven m.i.v. 01.01.1991 op gelijk niveau komen te
liggen met de in de aangrenzende gemeenten geldende tarieven.
De voorzitter merkt op dat dit verhaal in 1910 zinvol zou zijn geweest,
omdat toen bij de concessieverlening de zuidwesthoekgemeenten en de
toenmalige watermaatschappij zijn overeengekomen dat West-Brabant in 7 5%
van de Zeeuwse drinkwaterbehoefte zou voorzien. De voorzitter vindt het
fantastisch dat de WMZ in vijf jaar tijd zijn tarieven afbouwt naar Bra
bantse tarieven. De beperkingen die ondernemers in de waterwingebieden
ondervinden worden door het rijk opgelegd en niet door de WMZ. Voor de
onttrekking van water is toestemming van de rijksoverheid nodig waar ook
eventuele schadeclaims kunnen worden ingediend. Het hele waterwingebeu-
ren is met veel rechtswaarborgen omgeven met de bedoeling dat alle inwo
ners van Nederland goed drinkwater krijgen. Aangaande de concurrentie
positie verwijst hij naar General Electric en Dow Chemical die hun water
ook van de WMZ betrekken.
De heer Meeuwisse meent dat de ondernemer wordt geconfronteerd met een
rijksregeling waarachter de WMZ zich verschuilt.
De voorzitter legt uit dat iedere ondernemer die zich in zijn belangen
geschaad voelt tegenwoordig de juiste weg weet te vinden.
De heer Van Strien is het niet met de voorzitter eens. Z.i. is de scha
deregeling ten gevolge van uitbreiding verre van duidelijk. Hoewel er
een provinciale grondwaterbeschermingsverordening is, zijn de waterwin
gebieden aanzienlijk uitgebreid. De provincie adviseert de watermaat
schappij de benodigde grond te kopen, waardoor de op deze gronden geves
tigde ondernemers beperkingen krijgen opgelegd. De meeste drinkwater-
leidingbedrijven beschikken niet over de benodigde financiën en stellen
dat de provincie een drinkwaterbeschermingsverordening heeft waarin de
gebieden I en II zijn aangegeven. Omdat een aantal gewasbeschermings
middelen niet meer is toegestaan verwijst de provincie naar de lande
lijke overheid om de schadeclaims te regelen middels de bestrijdingsmid
delenwet.
De voorzitter ontkent dat ten zeerste.