ti Beroep tegen weigering van bouwvergunning voor de uitbreiding van de woning Ossendrechtseweg 54. Stuknr. 90.108. De heer Beekhuiizen is, gezien het unanieme advies van de hoorcommissie in zake bezwaar- en beroepschriften om de bouwvergunning wel te verlenen, ver baasd over het voorstel van het college. Derhalve zal hij straks stemming over dit raadsvoorstel vragen. De heer Van Loon begrijpt niets van de weigering van het college en eist ook stemming. De heer Luysterburq merkt op dat het in deze zaak gaat om de vraag of het kleine muurtje met de twee pilaren en het hek erop een perceelsafscheiding is, of tot het huis behoort. Het college is kennelijk van mening dat het een perceelsafscheiding is. Indien dat juist zou zijn, is het een goed gefun deerd raadsvoorstel. De CDA-fractie is het daar niet mee eens. Het muurtje behoort tot het huis en er is geen sprake van een uitbreiding. Het gaat hier om een open stukje huis dat wordt dichtgemaakt. De heer Huiiaens is het met de vorige sprekers eens en wil ook graag stem ming over het voorstel. De voorzitter adviseert uitdrukkelijk om het niet tot een stemming te laten komen en het voorstel van BenW te volgen, omdat het voorstel een weerspie geling is van hetgeen de raad heeft gewild en in het bestemmingsplan heeft vastgelegd t.a.v. doorkijken, open ruimten en geen gesloten gevelpartijen. Bovendien wijst spreker de raadsleden op de precedent werking die een derge lijke ad hoe beslissing voor de toekomst kan scheppen. Mevrouw Koulman onderschrijft hetgeen de voorzitter heeft gezegd t.a.v. het standpunt van de raad en voegt eraan toe dat daar ook altijd zwaar aan is getild. De woning staat nu op de scheidingslijn, omdat het stuk grond later in tweeën is verdeeld. Aangezien de ruimte tussen deze woning en de woning van de buren ca. 6 a 7 meter bedraagt, waardoor bij verlegging van de per- ceelsgrens beide woningen aan de in het bestemmingsplan gestelde eisen zou den voldoen, is zij van mening dat er nu in dit uitzonderlijke geval van het bestemmingsplan kan worden afgeweken. De voorzitter wijst mevrouw Koulman erop dat zij hier een nieuw criterium opvoert en hij vindt het heel gevaarlijk om in deze zaak toestemming te ver lenen omdat er voldoende ruimte zou zijn. Een dergelijke beslissing kan in de toekomst bij diverse bouwaanvragen parten gaan spelen. De heer Brouwers merkt op dat hij, omdat de buurman geen bezwaar heeft tegen deze bouw, al eerder heeft geadviseerd om een dubbele rooilijn in de rich ting van de buurman te hanteren, waardoor deze problemen hadden kunnen wor den omzeild. De voorzitter vindt het feit dat de buurman niet protesteert geen criterium, omdat de gemeente met bestemmingsplannen werkt. De heer Beekhuijzen onderschrijft in principe de argumentatie van de voor zitter, maar wijst erop dat hier sprake is van een ongebruikelijke situatie, die buiten toedoen van betrokkene is ontstaan. Alles bij elkaar genomen zal iedereen het er mee eens moeten zijn dat de situatie ter plekke er door deze uitbreiding alleen maar op vooruit gaat. De voorzitter herhaalt dat een dergelijke beslissing, die ingaat tegen de vastgestelde beleidslijn, de raad in de toekomst parten zal gaan spelen. De heer Meeuwisse verzoekt de voorzitter zijn standpunt te verduidelijken en informeert waarom de voorzitter en niet de portefeuillehouder deze zaak ver dedigt. De voorzitter verdedigt dit voorstel omdat het hier om een beroepszaak gaat. Verder licht hij toe dat in een landelijke gemeente als Woensdrecht nog vaak lokaties aan de orde zullen komen, waarbij overwogen zou kunnen worden om aan de wensen van de aanvrager tegemoet te komen en van het bestemmingsplan af te wijken. Hij stelt daarom heel nadrukkelijk dat BenW zich moeten houden aan de door de raad vastgestelde bestemmingsplannen en dat de raad niet ad hoc van zijn eigen beleidslijn inzake bestemmingsplannen moet willen afwij ken.

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1990 | | pagina 75