- - 6 - De heer Brouwers begrijpt de heer Beekhuijzen niet helemaal omdat dit punt in de laatste cowro vergadering uitgebreid aan de orde is geweest en spreker ook de mogelijkheden heeft aangegeven om de planningslij sten aan te passen. De overheid heeft voor de gemeente de mogelijkheid opengelaten om met een eigen definitie te komen van het woningtekort. Aangezien de overheid nu dwingt om uit te gaan van de gegevens in het bevolkingsregister, heeft hij voorgesteld een afzonderlijke lijst op te stellen van woningzoekenden, die van buiten de gemeente komen. De heer Meeuwisse merkt op dat de ambtenaar in de commissie openbare werken heeft gezegd dat het woningtekort met reële cijfers moet worden aangetoond. Aangezien die moeilijk zijn te achterhalen heeft spreker toen voorgesteld een extern bureau in te schakelen om de zaak te onderzoeken. De voorzitter stelt dat de raadsleden allemaal op de hoogte zijn van zaken die in de commissie zijn behandeld. Verder gaat het hier om een planning, waarbij een geringe afwijking mogelijk is. N.a.v. de suggestie om een extern bureau in te schakelen merkt hij op dat onlangs, na jarenlang overleg, de Regionale Volkshuisvesting Commissie tot stand is gekomen, die hiervoor in streekgewestelijk verband de juiste instantie is, alsmede een geschikte ge sprekspartner voor de provincie. De heer Meeuwisse is van mening dat de R.V.C. dient voor de juiste verdeling van het aantal woningen in het streekgewest. Contingenttoewijzing en inrui ling zouden via de R.V.C. kunnen worden geregeld en er is één grote ge sprekspartner richting provincie. De gemeente is echter gebonden aan het woningconvenant en spreker is van mening dat de gemeente zelf stappen moet ondernemen en zelf met goed onderbouwde gegevens de provincie ervan moet overtuigen dat ze een groter woningcontingent nodig heeft. De voorzitter antwoordt dat de planningslij sten jaarlijks volgens een vaste formule worden verwerkt. Hij stelt voor bij de "planningslijst kwantitatieve en kwalitatieve woningbehoefte" een N.B. te plaatsen en in een begeleidend schrijven duidelijk te stellen waarom de gemeente Woensdrecht behoefte heeft aan meer woningen. De heer Beekhuiizen is tevreden als het college in een begeleidend schrijven duidelijk de uitbreiding van de werkgelegenheid binnen de gemeente met daar uit voortvloeiend een grotere behoefte aan woningen aangeeft. De heer Brouwers vindt het een goed voorstel. Mevrouw Koulman merkt op dat het in de gemeente de gewoonte is dat wethou ders hun eigen punten verdedigen, zij zou dan ook graag een reactie van de wethouder willen hebben. Wethouder Schuurbiers vult aan dat de planningslij sten zijn ingevuld op basis van de huidige richtgetallen en niet op basis van het woningconvenant, waarbij rekening is gehouden met de realisatie van ca. 30 woningen in 1992. Verder hebben BenW al eerder in een afzonderlijk schrijven aan de provincie verzocht om in een hogere groeiklasse te worden geplaatst, omdat zij van mening zijn dat een afzonderlijk schrijven meer effect resulteert. De heer Van Loon verzoekt om beantwoording van zijn vraag. De secretaris geeft de heer Van Loon gelijk als hij stelt dat ambtenaren dergelijke uitlatingen niet behoren te doen, als dat inderdaad het geval zou zijn geweest. De betreffende ambtenaar is gelijk ter verantwoording geroepen en bij nader onderzoek bleek dat hij alleen heeft meegedeeld dat het betref fende rapport binnen is, wordt bestudeerd, vervolgens naar BenW en de raad gaat en dat de journalist zelf een conclusie heeft getrokken, waaraan hij de naam van de betreffende ambtenaar heeft verbonden. De heer Van Loon zou als ambtenaar een correctie van de krant verlangen. De raad besluit zonder hoofdelijke stemming conform het voorstel van burge meester en wethouders. 12Voorbereidingsbesluit herziening BP Plan in Onderdelen (perceel Raadhuis straat 98 Stuknr. 90.101. De raad besluit zonder hoofdelijke stemming conform het voorstel van burge meester en wethouders.

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1990 | | pagina 72