Openbare vergadering
van de raad der gemeente Woensdrecht op dinsdag 30 januari 1990 des avonds om
20.00 uur in de raadszaal.
Aanwezig-voorzitter
-secretaris
-de leden
-wethouders
Afwezig
Mr. J.M. de Leeuw, burgemeester.
F.A.J. Jansen.
de Weert, Meeuwisse, van Strien, van Loon, Brouwers,
Schuurbiers, Bogers, Bosman, Beekhuijzen, Jansen-
van Overveld, Forman.
Wils en Koulman-Leenhouts
geen der leden.
De voorzitter opent de vergadering met gebed.
Tot voorstemmer wordt door het lot aangewezen mevrouw J. Jansen-van Overveld.
1Nieuwjaarstoespraak.
De voorzitter leest de nieuwjaarstoespraak voor.
2Vaststelling notulen der vorige vergaderingen.
De notulen van de openbare vergaderingen van 19 december 1989 en
9 januari 1990 zijn aan de leden in concept toegezonden.
De heer Beekhuiizen merkt m.b.t. het verslag van 19 december 1989 op dat bij
mededeling 9. is toegezegd dat het betreffende rapport op de leeskamer ter
inzage zou blijven liggen. Hij heeft het rapport daar echter niet aange
troffen.
De voorzitter zegt dat het rapport wel ter inzage is gelegd (in de kast).
De heer Beekhuiizen merkt verder op dat op pagina 4, bij punt 24. van de
subsidie-aanvragen niet spreker, maar de heer Schuurbiers om stemming heeft
gevraagd.
De raad besluit zonder hoofdelijke stemming met inachtneming van de wijzi
ging de notulen van de beide vergaderingen vast te stellen.
3Mededelingen:
5Burgemeester en wethouders; besluiten benoeming en ontslag personeel.
De heer Beekhuiizen informeert of de heer Brink na het vertrek van de
heer De Crom zijn vroegere functie van chef-badmeester weer opneemt.
Wethouder Koulman beaamt dat.
De voorzitter voegt eraan toe dat de betrokken werknemer, die elders
werk heeft gevonden, door parttime personeel zal worden vervangen.
De heer van Loon heeft bij de onderhavige aanstellingen geen functie
omschrijving aangetroffen, zoals naar zijn mening was afgesproken.
De voorzitter antwoordt dat in de aanstellingen wordt vermeld bij welke
sector men is aangesteld en vraagt wat de heer van Loon nog meer wil
weten.
De heer van Loon zou graag zien dat een verdere taakomschrijving wordt
toegevoegd.
De voorzitter meent dat dat te ver gaat. Aangezien hij ervan uitgaat dat
de raadsleden het organisatieschema van de gemeente kennen, moet een
aanduiding van de sector voldoende zijn. Duidelijkheidshalve zal in het
vervolg de afdeling worden vermeld.
De heer Bosman merkt op dat de toevoeging van een functie-omschrijving
in een eerdere raadsvergadering is toegezegd.
De voorzitter legt uit dat de gedane toezegging inhoudt dat t.a.v. van
de tewerkstelling niet alleen de sector maar ook de afdeling zal worden
aangeduid