- 7 - Openbare Werken kreeg een nieuw gebouw; Het staat nog steeds elke dag te glanzen daar in het landschap. Er kwam een fietspad langs de spoorbaan. Reconstructie van de Ossendrechtseweg en het Lucasplein. Ik geef uiteraard alleen de hoofdpunten aan. Korte Ven en Oude Tol kregen riolering. Een rioolbeheersplan wordt voorbereid. De wijken de Wilg, Putseweg-Zuid 2 en 3, Rijzendeweg-West en -Zuid. Er kwam een onderhoudsplan wegen. Sportpark de Fortuin is aangelegd. Complex Meulenblock uitgebreid en gerenoveerd. Vere nigingsgebouw Stompe Toren werd in gebruik genomen. Er kwam een ijsbaan. De Centrale Antenne Installatie werd in een groot deel van de gemeente aan gelegd. Onderwijs. De basisscholen werden gevormd. In verband daarmee werd kleuter schoolgebouw Plesmanlaan 10 verkocht en kregen de kleuterschoolgebouwen aan de Kromstraat en Rijzendeweg een andere bestemming. Er kwam een Regionaal Instituut voor Basiseducatie. Het hoofstuk varia. De Stichting Gemeenschapstaken ging naar het gebouw aan de Veerstraat. Er kwam een Stichting Gecoördineerd Ouderenwerk Zuidwesthoek. De opleiding van de Mobiele Eenheden ging naar "het Klooster". Er kwam een mortuarium. Er is in aanbouw en bijna klaar een verzorgingshuis voor ouderen. Intern een reorganisatie van het ambtelijk apparaat. Ook een jarendurende onderneming. In het algemeen voor wat de gemeente betreft: ons inwonertal passeert de 10.000-grens en daarom hebben we vandaag de laatste vergadering van de raad van 13 Dat alles in vogelvlucht. Ik ga er niet te ver op in. Een hartelijk dank woord van mijn kant voor uw aller inzet. Ik denk dat wij kunnen constateren dat we op een vruchtbare en in het algemeen ook prettige, menselijke, vrien delijke manier met elkaar hebben samengewerkt en dat ondanks de problemen die zich aan ons voordeden en de verschillende opvattingen links en rechts, dat wij toch het beste ervan gemaakt hebben. Dat we hebben gedaan voor de gemeente wat in ons vermogen was en dat kan dan wanneer men vertrouwen heeft in elkaar en wanneer men op een eerlijke manier probeert naar elkaar te luisteren en samen tot een vergelijk te komen. Ik denk dat dat in de meeste gevallen gelukt is en dat wij daarom niet alleen zakelijk maar ook menselijk goed hebben samengewerkt. Ik ben u daar zeer erkentelijk voor. Dan kom ik op het speciaal afscheid van drie leden van de raad die niet terugkeren in het nieuwe college. Dat zijn in volgorde van de zittingstijd die zij hier hebben doorgebracht: mevrouw de Weert, wethouder Wils en de heer Bogers. Ik begin met mevrouw de Weert en wethouder Wils; daarna de heer Bogers, want de heer Bogers ver keert toch wel in een zeer bijzondere situatie. Mevrouw de Weert kwam in de raad op 27.12.1984 als opvolgster van de heer de Jonge, die de gemeente had verlaten. Uiteraard zullen velen van ons op dat moment gedacht hebben aan het moment dat haar vader in 1973 overleed. Haar betreurde vader, begaafd wethouder gedurende vele jaren hier in de ge meente en ik heb in mijn hart weieens gedacht: thans is het raadslid mevrouw (je weert, straks zit ik misschien wel met een wethouder de Weert aan de ta fel in het college. Dat is nog steeds niet uitgesloten, maar het lijkt niet op korte termijn haalbaar te zijn. Mevrouw de Weert was niet de eerste vrouw in de raad van Woensdrecht, wel de eerste getrouwde vrouw, die haar meisjes naam behield, maar toch mogen we met z'n allen constateren dat zij een "parel" was aan de kroon van de raad van Woensdrecht. Zij was lid van de Commissie Algemene Zaken en de Commissie Welzijn en ook zat zij namens de raad in het bestuur van de Stichting Bibliotheek. In de raad speelde u niet haantje de voorste, kun je je eigenlijk van een vrouw ook moeilijk voorstel len. U had korte, maar doeltreffende opmerkingen over de zaken die aan de orde waren. Wat u achter de schermen heeft gedaan weten we niet, maar dat zal gezien uw afkomst ook wel niet mis zijn geweest. U heeft een goede bij drage gegeven aan een zakelijke en homogene opstelling van de raad. U was nooit te scherp. U hield de zaak altijd op een zakelijke manier aan de orde.

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1990 | | pagina 33