- 20 -
Wnd. wethouder Beekhuiizen heeft ook in de commissievergadering al te kennen
gegeven dat het college niet helemaal gelukkig is met het feit dat op basis
van de in het voorstel genoemde activiteiten subsidie moet worden verleend,
maar hij is het in principe ook niet eens met het alternatief van de heer
Jansen. Verder deelt hij mee dat thans een soort matrix wordt opgezet, waar
in op basis van de diverse jubilea een basisbedrag wordt opgenomen en waar
bij tevens de mogelijkheden voor een aanvullende subsidie op basis van acti
viteiten worden aangegeven. Hij is het wel eens met de visie dat in principe
geen subsidie moet worden verleend op basis van receptiekosten.
De heer Jansen verzoekt om aantekening van het feit dat de CDA-fractie erop
tegen is om op basis van receptiekosten subsidie te verlenen.
De raad besluit zonder hoofdelijke stemming conform het voorstel van burge
meester en wethouders.
21Aanvrage verklaring van geen bezwaar voor uitbreiding woning Ossendrecht-
seweg 54
Stuknr. 90.182.
De raad besluit zonder hoofdelijke stemming conform het voorstel van burge
meester en wethouders.
22Vaststelling gemeentelijke belastingverordeningen per 1 lanuari 1991.
Mevrouw Koulman informeert waarom in de Verordening rechten lijkbezorging en
lijkschouwing artikel 6 en 7 zijn opgenomen. Volgens artikel 6 wordt
14,per dag berekend voor het gebruik van de lijkkamer en volgens arti
kel 7 37,voor het gebruik van de aula, terwijl de gemeente niet over
deze voorzieningen beschikt.
De heer Van Strien merkt op dat de CDA-fractie reeds lang op de hoogte was
van de wijziging van de invorderingswet 1990. Hij betreurt het echter dat
het voorstel op het allerlaatste moment direkt, d.w.z. zonder commissie-ad
vies, in de raad komt. Hij stelt dan ook nadrukkelijk dat moet worden voor
komen dat voorstellen direkt in de raad komen.
Wnd. wethouder Beekhuiizen licht toe dat in de vergadering van de commissie
financiën op 11 december jl. het stappenplan puur ter informatie aan de orde
is geweest. Het college wilde de verordening in januari 1991 aan de raad
voorleggen en met terugwerkende kracht, door KB goedgekeurd, op 01.01.1991
in laten gaan. De provincie heeft er echter op geattendeerd dat dit mogelijk
problemen zou kunnen opleveren. Het gevaar bestond namelijk dat indien de
verordening in januari 1991 door de raad zou worden vastgesteld en hiertegen
bezwaar zou worden gemaakt er voor dat jaar zelfs geen onroerendgoedbelas-
ting zou kunnen worden geheven, omdat de verordening op 1 januari nog niet
was vastgesteld.
De voorzitter deelt mee dat de door mevrouw Koulman genoemde Verordening is
gebaseerd op een modelverordening waarin ook de genoemde artikelen zijn op
genomen. Ondanks het feit dat de gemeente thans nog niet over deze voorzie
ningen beschikt, worden toch de tarieven voor de eventueel nog komende voor
zieningen geregeld.
De raad besluit zonder hoofdelijke stemming conform het voorstel van burge
meester en wethouders.
Verder niets meer aan de orde zijnde sluit de voorzitter de vergadering met
gebed.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 29 januari 1991.
de raad voornoemd,
de secretaris.
de vodaTzitter