Indien alsnog een Koninklijke goedkeuring zou worden verlangd is de voorzit ter bereid dit in het college te bespreken. Hoewel de gemeente Woensdrecht de kans loopt zich in Den Haag enigszins belachelijk te maken, al zou dat niet het ergste zijn als hierdoor de raadsleden tevreden gesteld zouden zijn. Wel is hij ervan overtuigd dat Woensdrecht dan nogmaals geschiedenis zou schrijven, maar ook daar heeft de gemeente ervaring in. De voorzitter meent dat hiermee de vragen voldoende zijn beantwoord en hij zou de beraad slaging hieromtrent graag willen besluiten. De heer van Loon zou na de uitlatingen van de heer Bogers aangaande het feit dat er in de gemeente meer zaken plaatsvinden die niet door de beugel kunnen en waarvan het gemeentebestuur niet op de hoogte is, na de raadsvergadering graag enige verduidelijking van hem willen hebben. De heer Bogers vindt dit een ernstige zaak, die goed moet worden uitgespro ken. Hij blijft erbij dat een Koninklijk besluit moet worden aangevraagd. De voorzitter neemt het mee naar het college. De heer Schuurbiers deelt mee dat AB de nodige elegantie heeft betracht door inderdaad naar het gemeentebestuur te gaan om inlichtingen te vragen. Uit een telefonisch contact met de andere wethouder bleek, dat zij van niets wist en zij stelde spreker in het gelijk dat hij hier een opmerking over maakte De voorzitter merkt op dat de heer Schuurbiers toen geen inlichtingen heeft gekregen en er daarom op aan had moeten dringen die inlichtingen alsnog van het gemeentebestuur te verkrijgen, aangezien het gemeentebestuur niet van alle handelingen van de ambtenaren op de hoogte is. Wethouder Koulman bevestigt dat zij door de heer Schuurbiers is gebeld en dat zij in eerste instantie ook verbaasd was over de hele gang van zaken. Nadat zij zich van de juiste toedracht op de hoogte had gesteld, heeft zij de heer Schuurbiers gebeld en de juiste gang van zaken uitgelegd. Het is niet eerlijk dat de heer Schuurbiers de inhoud van het tweede telefoontje niet vertelt. De heer Meeuwisse vindt het jammer dat middels insinuaties ambtenaren, een bedrijf en een burger in diskrediet worden gebracht, terwijl AB met geen enkel hard feit heeft aangetoond wat er koncreet mis is. De voorzitter informeert of de voorstellers nog tot een voorstel willen komen De heer Schuurbiers antwoordt ontkennend. De voorzitter besluit de beraadslaging. Niets meer aan de orde zijnde sluit de voorzitter de vergadering met gebed. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 1 maart 1990. De raad voornoemd, de secretaris, de vgo izitter

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1990 | | pagina 11