Openbare vergadering
van de raad der gemeente Woensdrecht op dinsdag 1 november 1988 des avonds
om acht uur in de raadzaal.
Voorzitter
Secretaris
Aanwezig
Afwezig
Mr. J.M. de Leeuw, burgemeester.
F.A.J. Jansen.
de leden De Weert, Meeuwisse, Van Strien, Rijpers-van de
Warreburg, Brouwers, BogersSchuurbiers, De Klerk,
Beekhuijzen, Jansen-van Overveld en Forman
en de wethouders Wils en Koulman-Leenhouts
Geen der leden.
De voorzitter opent de vergadering met gebed.
Tot voorstemmer wordt door het lot aangewezen de heer Bogers.
1. Vaststelling notulen vorige vergadering.
De notulen van de openbare vergadering van 27 september 1988 zijn aan de leden
in concept toegezonden.
De raad besluit zonder hoofdelijke stemming de notulen ongewijzigd vast te
stellen.
2Mededelingen.
Verwezen wordt naar de bij deze notulen behorende lijst van mededelingen.
Bespreking volgt over de navolgende mededelingen.
11. Bericht vaststelling reactie op ontwerp provinciaal afvalstoffenplan en
uitnodiging aan de provincie tot onderzoek plan Heeren.
De heer Beekhuijzen informeert naar de mogelijkheid iedere fractie een kopie te
geven van de notitie reactie op het ontwerp PAP II. In verband met het grote
belang hiervan in de komende jaren acht hij het wenselijk dit goed te bestuderen.
De voorzitter zegt de raadsleden een kopie toe van de "berichten vaststelling
reactie op ons provinciaal afvalstoffenplan"
19. M.J. van 't Ende: wateroverlast.
De heer Meeuwisse vraagt waarom er niet eerder op het schrijven van 20 november
1987 van de bewoners is gereageerd door ter plaatse te beoordelen of de klachten
gegrond waren of door de bewoners per brief mee te delen wat men aan deze
klachten zou gaan doen.
De heer Schuurbiers ondersteunt de vorige spreker en merkt bovendien op, dat er
ondanks het toegezegde afdoeningsbeleid nog geen verbetering is gekomen in de
wijze waarop klachten worden behandeld. Hij stelt voor de betrokkenen in het
vervolg een ontvangstbevestiging te sturen, waarin wordt vermeld dat de zaak in
behandeling wordt genomen.
Wethouder Wils bekent dat hij geen excuses heeft voor de late reactie.
De voorzitter voegt hieraan toe, dat pas actie ondernomen is op het moment dat
het zin had, namelijk bij het begin van het volgende natte seizoen; toen zijn er
peilstokken geplaatst. Dit had echter medegedeeld kunnen worden.
De heer Schuurbiers merkt op dat de afgelopen zomer nat genoeg is geweest.
Wethouders Wils benadrukt dat het in de lijn van de logica ligt om het
grondwaterpeil in een vergelijkbare periode te onderzoeken. Dit onderzoek zal
worden afgewacht alvorens tot adequate maatregelen over te gaan.
De heer Meeuwisse brengt naar voren dat hij nog geen antwoord heeft gehad op
zijn vraag of er na ontvangst van de brief ter plaatse naar de problemen zoals
schimmelvorming en wateroverlast is gekeken.
Wethouders Wils is hier niets van bekend en hij denkt van niet.
De voorzitter merkt op dat kijken geen zin heeft als je de oorzaak niet kent,
maar hij geeft toe dat een eerdere actie naar de burger toe beter geweest zou
zijn.
