-7- Dit had niet gehoeven als de termijnen en procedures in acht waren genomen zoals die daarvoor staan. Door de tijdsdruk waarvan gedacht werd dat die er was werd zo gehandeld. Sprekers fraktie zal de agendapunten 11 en 12 als een verlengde zien van het raadsbesluit van augustus 1988 en gelet op het feit dat geen andere gezichtspunten naar voren zijn gebracht zal om principiële redenen tegen worden gestemd en hij verzoekt de punten 11 en 12 in stemming te brengen. De heer Bogers heeft geen commentaar en heeft begrip voor de snelheid die in deze is betracht moeten worden. Dat daarbij schoonheidsfoutjes gemaakt zijn is begrijpelijk. Nu moet met de thans bekende situatie gewerkt worden. Het is goed te vernemen dat er niets verloren is en hij hoopt dat er nu gewerkt wordt om met inschakeling van de deskundigen met grote spoed te werken in de richting van de realisering van het verzorgingshuis. Hij heeft het volste vertrouwen dat alles goed zal komen. Hij verzoekt de raad het college niet voor de voeten te lopen en dit college de gelegenheid te geven om met de deskundigen in de beoogde richting te werken. Hij hoopt voorts dat de contacten met de Stichting Margaretha niet losgelaten worden. Samenwerking is noodzakelijk. De heer Forman sluit zich aan bij de mening van de heer Beekhuijzen en vraagt stemming. Mevrouw Rijpers informeert of er thans nog minnelijk wordt gesproken met de eigenaar. De voorzitter antwoordt ten aanzien van de heer Meeuwisse dat hij hoopt en vertrouwt op het uiteindelijk realiseren van het verzorgingshuis. Een garantie kan spreker niet afgeven, maar het zal best goedkomen. Spreker zegt toe dat voortaan advies zal worden gevraagd bij dergelijke ingewik kelde zaken. Ten aanzien van de heer Beekhuijzen merkt spreker op dat geen procedurefouten zijn gemaakt. Er moest zo snel mogelijk worden gekomen tot een raadsbesluit tot onteigening en er kon zo maar niet een maand worden overgeslagen. De hoortermijn was hoegenaamd niet geldend, waardoor het niet nodig werd bevonden om de raad apart bijeen te roepen. Ten aanzien van de heer Bogers spreekt de voorzitter dank uit voor zijn positieve opstelling. De contacten met Stichting Margaretha zullen goed worden gehouden. Vandaag nog is er intensief contact geweest waardoor men van elkaar de stand van zaken weet. Dezer dagen zal een brief met een voorlopig prijsvoorstel voor de grond uitgaan. Ten aanzien van mevrouw Rijpers merkt hij op dat in de raadsnotitie al staat dat het college aan de door de betrokkene aangewezen deskundige gevraagd heeft een taxatierapport op te stellen. Spreken met belanghebbende op dit moment heeft geen zin omdat een patstelling is ontstaan, contact zal verder worden onderhouden met de deskundige hetgeen mogelijk een nieuwe ingang kan bieden. In de loop van de onteigeningsprocedure zullen zich nog tal van momenten aandienen waarop er nog beweging in het geval kan komen, zoals b.v. als er een zitting plaats zal vinden van de deskundigen aan gewezen door de rechter waar de betrokkene bij wordt uitgenodigd, zodat hij wordt geconfronteerd met de rechtsprocedure die dan begonnen is; als het advies van deskundigen wordt uitgebracht waaruit de hoogte van de schade loosstelling kan blijken; als de Kroon uitspraak heeft gedaan en officieel het laatste bod door de gemeente moet worden uitgebracht. Allemaal momenten die tot minnelijk vergelijk aanleiding kunnen geven. Als er minnelijk vergelijk is vallen alle procedures weg en kan meteen doorge werkt worden. Hij hoopt dat het daar uiteindelijk toe zal leiden ook voor het persoonlijk gevoel van betrokkene. Spreker heeft begrepen dat er stemming wordt gevraagd. Vervolgens wordt overgegaan tot mondelinge stemming. De uitslag van de stemming luidt: voor het voorstel van burgemeester en wethouders stemmen de leden Wils, Bogers, Schuurbiers, Brouwers, de Weert, Rijpers-van de Warreburg, Koulman- Leenhouts, Meeuwisse en van Strien; tegen stemmen de leden Forman, Beek huijzen en Jansen- van Overveld, zodat het voorstel van burgemeester en wethouders met 9 stemmen voor en 3 stemmen tegen is aanvaard.

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1988 | | pagina 73