- 2 -
12. INF-verdrag/bestemming vliegbasis.
De heer Meeuwisse constateert dat de sfeer rond de vliegbasis rustiger is
geworden en hij is verheugd dat het driehoeks-overleg verlengd is.
Hij hoopt dat dit in de toekomst zal mogen voortgaan, gelet op dat gedeelte
van de basis waarvan de bestemming nog niet duidelijk is.
De heer Brouwers informeert of duidelijkheid bestaat over de startdatum van
de vliegopleiding
De voorzitter antwoordt dat hem de juiste datum ook niet bekend is.
In correspondentie is de datum 1 januari genoemd, maar krantenberichten
spreken over 1 september.
33. Afgraving Brabantse Wal.
De heer Brouwers vindt de correspondentie met de Provincie lovenswaardig.
De gemeente dient echter eerst zelf te bezien waar men mee bezig is. Aan de
Rijzendeweg wordt namelijk illegaal gestort middels plastic vuilniszakken.
De heer Meeuwisse informeert of het college er mee op de hoogte is dat de
ontgrondingsvergunning door de provincie is verlengd en zo niet of de
afgravingen op 30 juni 1988 zijn gestopt.
Wethouder Wils antwoordt dat van gemeentewege aan de Rijzendeweg geen vuil
wordt gestort, maar uitsluitend grond met mogelijk wat hout er tussen. Het
is niet de bedoeling dat ter plaatse illegaal wordt gestort en hij zal
aktie nemen om dit te voorkomen.
De ontgrondingsvergunning loopt per 1 september 1988 af. Bij de provincie
is terzake navraag gedaan. Gebleken is dat de provincie onmogelijk van de
vergunninghouder kan verlangen dat de afgravingen onmiddellijk worden
gestaakt zonder vooroverleg met de zandwinner.
Naar verwachting zal de provincie nog voor drie jaar vergunning verlenen,
maar met klem is verzocht toe te zien op naleving van de bepalingen zo dat
de oude toestand moet worden hersteld.
34. Dienstwoning t.b.v. Dingemanse b.v.
Mevrouw Jansen is van mening dat reclamant in de gelegenheid moet worden
gesteld te worden gehoord door de hoorcommissie. De brief van 7 april 1988
van gedeputeerde staten van Noord-Brabant heeft een ander licht op de
materie doen schijnen. Door het horen van reclamant blijft de deur voor
Arob-beroep geheel open.
De voorzitter merkt op dat er geen verband bestaat tussen de hoorcommissie
en Arob-beroep.
Mevrouw Jansen licht toe dat eerst de hoorcommissie moet horen, waarna na
30 dagen de Arob-procedure kan starten.
De heer Forman is eveneens van mening dat betrokkene in de gelegenheid moet
worden gesteld in de hoorcommissie te verschijnen.
De heer de Klerk is voorstander van ruime aandacht voor deze zaak.
Het Projectbureau meent dat de eerdere uitspraak van burgemeester en
wethouders en de raad niet voor Arob-beroep vatbaar is omdat geen officiële
bouwaanvraag daaraan ten grondslag lag. De officiële bouwaanvraag werd op
25 april 1988 gedaan, voorzien van de benodigde tekeningen. Het college
weigert nu behandeling. Reclamant biedt de aanvraag aan de raad aan met de
bedoeling een uitspraak uit te lokken, omdat het college heeft geantwoord
geen uitspraak van de raadscommissie en raad te zullen bevorderen.
Spreker wenst stemming om de bouwaanvraag via de raad te laten passeren
eventueel vooraf beadviseerd door de hoorcommissie. De deur voor
Arob-beroep dient geopend te blijven. Wanneer de raadsbehandeling voor
reclamant negatief zou eindigen dan is de deur voor Arob-beroep open. Dat
recht mag reclamant niet worden ontnomen.
De heer Brouwers informeert of het juist is dat het ter plaatse vigerende
bestemmingsplan meerdere dienstwoningen toestaat.