Openbare
vergadering
van de raad der gemeente Woensdrecht op dinsdag 30 augustus 1988 des avonds om
acht uur in de raadzaal.
Voorzitter: Mr.J.M.de Leeuw, burgemeester
Secretaris: F.A.J.Jansen.
Aanwezig de leden de Weert, Meeuwisse, van Strien, Brouwers,
BogersSchuurbiers, de Klerk, Beekhuijzen, Jansen-van
Overveld en Forman en de wethouders Wils en Koulman-
Leenhouts
Afwezig met kennisgeving het lid Rijpers-van de Warreburg.
De voorzitter opent de vergadering met gebed.
Tot voorstemmer wordt door het lot aangewezen het lid Meeuwisse.
1Vaststelling notulen vorige vergadering.
De notulen van de openbare vergadering van 28 juni 1988 zijn aan de leden
in concept toegezonden.
De heer Schuurbiers verzoekt om op bladzijde 5, 21e regel van onder,
"1995" te wijzigen in "1992".
De raad besluit zonder hoofdelijke stemming de notulen vast te stellen met
inachtneming van de door de heer Schuurbiers verlangde wijziging.
2Mededelingen.
Verwezen wordt naar de bij deze notulen behorende lijst van mededelingen.
Bespreking volgt over de navolgende mededelingen.
De voorzitter deelt mede dat een mededeling nummer 34 is toegevoegd
namelijk brief d.d. 15 juli 1988 van Adviesgroep voor vestigingsvraagstuk
ken en projectbegeleiding betreffende beroepsschrift bouwvergunning voor
dienstwoning t.b.v. Dingemanse B.V..
10. Doorgifte signalen Nederland 3.
De heer Brouwers vindt dat de afhandeling van het geheel niet de schoon
heidsprijs verdient. Een opzegtermijn van drie maanden geeft betrokkenen
niet veel zekerheid. Er is in eerder stadium afgesproken dat het systeem in
stand gehouden zal worden tot dat het versleten is. Hij verzoekt een
aanvullende brief te verzenden teneinde de betrokkenen duidelijk te maken
dat niet onmiddellijk tot afsluiting zal worden overgegaan.
De heren Beekhuijzen en Schuurbiers sluiten zich hierbij aan.
De voorzitter zegt toe de suggestie mee naar het college te zullen nemen.
Hij meent overigens dat het onjuist zou zijn dat de gemeente zich aan een
vaste termijn gaat binden, maar het is denkbaar dat de bedoeling wordt
verduidelijkt. Er mogen echter bij de betrokkenen geen verwachtigen worden
gewekt en hij acht het dan ook onjuist om het contract terzake aan te
passen. Hooguit zou via een begeleidende brief verduidelijking kunnen
worden gegeven.
De heer Brouwers informeert wie bepaalt wanneer het systeem is versleten.
De voorzitter antwoordt dat het Teladin-rapport terzake bepalend is, tenzij
onverwachte omstandigheden tot andere besluitvorming zou leiden.
De heer Beekhuijzen vraagt waarom het contract terzake niet zou kunnen
worden aangevuld. Hij is het niet eens met de voorgestelde werkwijze. De
lading dient gedekt te worden en voor beide partijen moet een en ander
duidelijk en goed zijn geregeld.
De voorzitter meent dat beide methoden op hetzelfde neerkomen; het college
van burgemeester en wethouders zal overwegen wat de beste is.