-2- De heer Schuurbiers meent dat wat ook de uitspraak van het Commissariaat voor de Media zal zijn, Nederland 3 kosteloos doorgegeven moet worden. Mevrouw Rijpers verwacht dat de gemeente verplicht zal worden om Nederland 3 door te geven, maar zij wil terzake wel kostenverhaal op de betrokkenen toepassen. Mevrouw de Weert vraagt of er door het college reeds ontheffing is gevraagd; zij meent namelijk dat het college bedacht moet zijn op eventuele dwangsommen etc. Vervolgens vraagt zij het college of er al stappen zijn ondernomen die het zwartkijken tegengaan. Zij is van mening dat als Nederland 3 doorgegeven gaat worden langs de andere systemen dan het reguliere, er op zijn minst kostendekkend te werk gegaan moet worden. Wethouder Wils antwoordt ten aanzien van de heer Forman dat medio 1985 door de raad is besloten om een kabelnet aan te leggen en zo dit goed en voordelig mogelijk te exploiteren. Hierin lag een opdracht aan het college besloten waaraan reeds grotendeels uitvoering is gegeven. Momenteel ligt in het gehele machtigingsgebied de kabel (inclusief Nederland 3). De heer Forman sprak van een onbevredigende situatie; inderdaad is er een onbevredigende situatie aldus de wethouder, maar deze is gelegen in het feit dat men moet werken met verschillende systemen. De oude GAI telt ongeveer nog slechts 60 abonnees; het is de bedoeling dat de oude GAI langzamerhand wordt afgebouwd. Ondanks dat de kosten niet erg hoog zijn, verdient het toch geen aanbeveling om hieraan nu nog kosten te maken. Volgens de wethouder wordt de mensen niets tekort gedaan: er wordt slechts in stand gehouden wat de mensen oorspronkelijk hadden. Met betrekking tot het recht op ontvangst deelt hij mede dat de zaak momenteel nog in onderzoek is. Volgens spreker is ontvangst altijd mogelijk geweest, maar men zit hier nu eenmaal met twee systemen. Het college was ten tijde van de aanleg inderdaad niet op de hoogte van de komst van Nederland 3. Wat de heer Forman bedoelt met de zaak onder druk zetten is hem niet geheel duidelijk, en hij verzoekt danook de heer Forman dit nader toe te lichten. Voorts verzoekt hij de heer Forman zijn mening kenbaar te maken over de kostendoorberekening Voorts antwoordt hij ten aanzien van de heer Beekuijzen dat er over zijn tussenvoorstel reeds is gesproken, maar dat met het doen van een eventuele enquête gewacht zal worden totdat de uitslag van het Commissariaat voor de Media bekend is. Mogelijk zal namelijk de uitslag zijn dat doorgave niet verplicht is en dan zal over een enquete nader geoordeeld moeten worden. T.a.v. mevrouw Jansen merkt hij op dat, zoals reeds eerder gezegd is, het nog helemaal niet bekend is of die verplichting bestaat; dit wordt nu juist nader onderzocht. Vervolgens antwoordt hij t.a.v. de heer Schuurbiers dat het college niet onafhankelijk van de uitslag van het Commissariaat voor de Media Nederland 3 wenst door te geven. Het past een gemeente niet om Sinterklaas te spelen. De wethouder meent dat het eenvoudiger zou zijn als de oude GAI afgebroken zou worden; de GAI is extra; hieraan moeten niet te veel kosten meer gemaakt worden. Hij acht kosteloze doorgave dan ook niet juist Mevrouw de Weert antwoordt hij dat nog geen omtheffing is gevraagd, maar dat over het geheel nog overleg gaande is, en afhankelijk daarvan automatisch wel zal blijken of ontheffing nodig is en wordt verleend of niet. Voor wat betreft tegengaan van zwartkijken merkt hij op dat het zeer moeilijk is een adequaat systeem hiervoor te vinden; men zou dan bij de mensen moeten binnengaan en aldaar het kastje dichtkitten of iets dergelijks en dan is het nog maar afwachten of ze het niet terug openmaken. In de praktijk blijkt dit vrijwel ondoenlijk. De heer Forman meent dat het er niet toe doet of men te maken heeft met 2 systemen; de Mediawet spreekt van "draadomroepinstallaties", en die heeft de gemeente Woensdrecht er nu toevallig twee! Volgens spreker is reeds lang genoeg bekend dat Nederland 3 zou komen. Op verzoek van de wethouder licht hij vervolgens toe dat er druk uit is geoefend op eventuele klagers in die zin, dat gedreigd werd met afsluiting indien ze zich zouden beklagen. Zijn vraag is derhalve nogmaals op grond waarvan dat mogelijk is.

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1988 | | pagina 35