7
De heer de Klerk wijst er op dat er vijf fracties in de raad zitten, en dat
overeenkomstig het huidige stelsel van elke fractie in feite één lid in de
hoorcommissie zou behoren te zitten. Spreker maakt vervolgens van de
gelegenheid gebruik om de heer Forman als nieuwe kandidaat voor te dragen.
De voorzitter constateert dat daarmee dan het probleem is opgelost.
De heer Forman stelt zichzelf kandidaat.
De voorzitter wijst erop dat er wel eerst een officiële stemming moet worden
gehouden. Vervolgens vraagt de voorzitter of hij het juist ziet dat het de
bedoeling is dat er in het vervolg een lid van het college wel aan de
beraadslaging zal deelnemen, maar niet aan de stemming.
De heer Meeuwisse is het met de veronderstelling van de voorzitter eens.
Mevrouw Rijpers vindt het goed dat het collegelid dat aanwezig is, ook wordt
gehoord.
De voorzitter antwoordt dat dit ook de bedoeling is.
De heer de Klerk stelt dat hij het alleen aanvaardbaar acht dat een collegelid
aanwezig is in de hoedanigheid van toehoorder. Volgens spreker zou het college
lid niet bij de advisering aanwezig mogen zijn.
De voorzitter vindt dat het collegelid wel de gelegenheid moet krijgen om zijn
mening kenbaar te maken, ook indien daarom niet uitdrukkelijk gevraagd wordt.
Vervolgens wordt overgegaan tot schriftelijke stemming.
Tot stemopnemers worden benoemd de leden Brouwers en Schuurbiers
De uitslag van de stemming luidt 11 stemmen op het lid Forman.
Dit houdt in dat de heer Forman is benoemd.
De heer Forman aanvaardt zijn benoeming.
Niets meer aan de orde zijnde sluit de voorzitter de vergadering met gebed.
Aldus vastgesteld ter openbare vergadering van 29 maart 1988.
De raad voornoemd