- 5 - In genoemd artikel wordt onder K. vermeld dat plaats en tijdstip van de aanbesteding vooraf moeten worden opgegeven. Volgens art. 21 opent degene die de aanbesteding houdt de inschrijfbiljet ten in aanwezigheid van de inschrijvers op genoemde plaats en tijdstip van de aanbesteding. Hij leest de namen van de inschrijvers duidelijk op, alsmede de op de inschrijf- biljetten vermelde bedragen. Het woord "mogen" is door wethouder Wils verkeerd geïnterpreteerd. Volgens art. 36 mogen bij de opening van de in art. 21 bedoelde biljetten, indien de opening niet openbaar is, alleen de inschrijvers of gemachtigden aanwezig zijn, wat dus inhoudt dat niet iedereen hierbij aanwezig mag zijn. Vervolgens heeft de wethouder op 5 oktober 1988 de enveloppen in ontvangst genomen en, tegen alle regels in, zelfs één om 15.00 uur. De laatste envelop moet voor het vermelde tijdstip in een afgesloten bus zijn gedeponeerd. De enveloppen zijn op 6 oktober 1988 geopend zonder aanwezigheid van inschrijvers of gemach tigden. Spreker weet niet of er een procesverbaal is opgemaakt en ondertekend door de wethouder. Indien een van de inschrijvers niet op het afgesproken tijd stip aanwezig kan zijn, kan hij inzage krijgen in het procesverbaal, waar in inschrijvers en bedragen zijn vermeld. Wethouder Wils is blij dat hij nu tenminste weet waar het over gaat. Naar aanleiding van het onder agendapunt 17. vermelde verzoek, heeft hij het genoemde raadsbesluit opgezocht, maar denkelijk was bedoeld het raads voorstel. Na veel gepuzzel bleek hem dat de letters B t/m F voorkomen in het 2e in het raadsvoorstel genoemde voorstel van de architect over de wijze van aanbesteding. De heer de Klerk merkt op dat de wethouder aan het muggeziften is. Wethouder Wils vervolgt dat de procedure van de raad om 5 x 24 uur van te voren vragen te stellen is bedoeld om het college in de gelegenheid te stellen, gedegen antwoorden te geven. Ten gevolge van de onduidelijke vraagstelling heeft spreker geen kans gezien een goed antwoord voor te bereiden en stelt voor de vraag in de eerstvolgende C0WR0 vergadering te behandelen. De voorzitter vraagt of de heer de Klerk hiermee akkoord gaat. De heer de Klerk benadrukt dat hij er niet op uit is om gelijk te krijgen, hij wil alleen bereiken dat de aanbestedingen in de toekomst op correcte wijze worden gehouden. Hij heeft er wel problemen mee dat een architect heeft geadviseerd die zelf de voorschriften van de aanbestedingen niet kent Het argument van de wethouder om deze bespreking weer naar C0WR0 te ver plaatsen is volgens hem zwak, omdat iedereen wist dat de onder B t/m F genoemde werken van de aanbestedingsprocedure zouden worden besproken. Spreker herhaalt dat de wethouder de aanbesteding voor de bouwkundige werken correct heeft afgehandeld, maar hij vindt het zielig dat de wet houder zich achter voormelde argumenten verschuilt en de zaak naar de vergadering van C0WR0 verschuift. De heer Meeuwisse vindt het jammer dat de heer de Klerk spreekt over muggeziften, omdat A.B. met een onduidelijk item komt, dat hier nader wordt toegelicht. De heer Bogers is van mening dat B&W willen vermijden over de aanbe stedingsprocedure te praten. Bovendien verbaast het hem dat de voorzitter van de raad, die al vele aanbestedingen heeft meegemaakt en die ook weet, dat het in grote lijnen is zoals het door A.B. wordt uitgelegd, niet toegeeft dat er fouten zijn gemaakt, waaruit lering is getrokken en die in de toekomst zullen worden vermeden. De heer Beekhuljzen steunt nu A.B. niet, omdat de discussie in de laatste raadsvergadering is gesloten met de opmerking van een der collegeleden: "we hebben eruit geleerd". De heer de Klerk heeft t.a.v. van de bouw kundige aanbestedingen zijn tevredenheid uitgesproken. Voor de heer Beek hui jzen is de zaak hiermee afgedaan.

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1988 | | pagina 149