- 22 - 72. Betreffende het stedebouwkundig rapport wil hij alleen aangeven dat het de fractie beter lijkt om eerst de gevoelens van de raad af te tasten om vervolgens met die informatie een stedebouwkundige in te schakelen om te voorkomen, dat het onderzoek opnieuw moet worden gedaan. De heer Beekhuiizen begrijpt dat het NOVEM rapport al maanden binnen is. Het duurt wel erg lang voordat de betreffende ambtenaren uit dit rapport conclusies kunnen trekken en aanbevelingen kunnen doen, waar de raad iets mee kan doen. Als het rapport zo onduidelijk is, waarom wordt het dan niet geretourneerd? Het is toch te gek dat een rapport waar je 3 jaar op hebt gewacht nog zo onduidelijk is dat er ambtelijke uren in moeten worden gestopt om het leesbaar te maken. De heer Beekhuijzen wil in COWRO terugkomen op de uitbreiding van de startbaan op de vliegbasis. Voor zover spreker bekend, zijn er al vergaande plannen in die richting en hij betwijfelt of de gevolgen van deze uitbreiding bij het college bekend zijn. Spreker raadt het college aan zelf op tijd te onderzoeken wat er aan de hand is. Spreker is het met de C.D.A. fractie eens dat er een uitvoeringsschema moet komen. De heer Beekhuijzen heeft wethouder Wils in COWRO al diverse malen aangeboden voorzetten te doen m.b.t. uitvoeringsplannen, budgetbewaking en projectplanning. Er komt van die zijde geen voorstel en dat tekent enigszins het college t.a.v. het management. De heer Beekhuijzen komt hier in COWRO op terug. B&W willen in maart 1989 een uitvoeringsschema opstellen, maar op de nu geplande activiteiten kunen zij al een capaciteitsplanning loslaten. Activiteiten die later komen, kunnen aan de hand van prioriteit worden ingevuld. De P.v.d.A. had meer begrip verwacht van de oppositie. Namens zijn fractie zegt spreker dat tot en met augustus 1988 veel begrip is getoond. We hebben ook verschillende keren suggesties gedaan om problemen op te lossen, maar nu is de maat vol en hebben wij de plicht als oppositie een en ander kritisch aan het licht te stellen. U noemde bij de zaken die goed gegaan waren het sportveld Fortuinstraat. Wij merken hierbij op dat het geheel een jaar te laat in gebruik kan worden genomen, omdat de kleedaccomodatie te laat wordt opgeleverd. Het doet de spreker deugd, dat het de wethouder spijt, dat hij een bepaald bedrijf niet heeft uitgenodigd. We hebben ook begrepen, gezien de relatie tussen een raadslid en het betreffende bedrijf, dat we ons op glad ijs bevonden t.a.v. een aantal zaken. We zouden echter voor ieder bedrijf hetzelfde hebben gedaan. Spreker vindt het argument dat het bedrijf onvoldoende acquisitie zou hebben gepleegd en daarom niet is uitgenodigd, erg zwak. Hij vermoedt dat art. 26 binnen het college is besproken. Toen bleek dat dit artikel niet kon worden toegepast moest het college met andere argumenten komen. De V.V.D. fractie is van mening dat de door haar aangedragen argumenten de echte argumenten zijn en dat hier onzorgvuldig is gehandeld. De heer Beekhuijzen wil in COWRO ook een discussie aangaan over de toepassing van de U.A.V. bij de aanbesteding. Hij is het wel met de wethouder eens dat normaliter niet alle offertes ter inzage moeten liggen. Spreker is ook van mening dat het met betrekking tot de toekomstige bestemming van het huidige sportveld W.V.V. beter is vooraf de raad en het college te polsen om te weten welke richting men heen wil om daarna de stedebouwkundige globaal aan te geven wat wel of niet kan. Wat de commissie welzijn betreft zijn meerderen met hem van mening dat de commissie niet goed funktioneertHet verbaast spreker ten zeerste, dat zelfs het C.D.A. vindt dat de commissie nog gehandhaafd moet worden. Hoewel de V.V.D. indertijd een voorstander was om deze commissie op te richten, is de partij wel van mening dat zodra blijkt dat een commissie niet goed funktioneert, die ook weer moet kunnen worden opgeheven (zie knelpuntenonderzoek).

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1988 | | pagina 135