- 2 -
De voorzitter merkt naar aanleiding van het verzoek van de heer Meeuwisse om
het bestemmingsplan zo vlug mogelijk te veranderen teneinde andere bouw
werken te voorkomen op, dat B&W zich hierover nog moeten beraden. B&W hebben
betrokkene de bouwvergunningen toegezegd. Waarschijnlijk kan dat het beste
krachtens het overgangsrecht van het geldende bestemmingsplan gerealiseerd
worden. Volgende week zullen B&W met een nieuw voorstel komen. Zodra de
nieuwbouw gereed is, kan een nieuw bestemmingsplan in procedure worden
gebracht en wordt de nieuwe bestemming en detail vastgelegd.
Ten aanzien van de door mevrouw Rijpers gevraagde welstandseisen licht de
voorzitter toe, dat redelijke eisen van welstand een geëikte formulering is.
Redelijke eisen van welstand zijn nergens beschreven en die kunnen ook niet
algemeen worden vastgelegd.
De commissie van welstand, die een adviserende taak heeft, kijkt naar de
hele situatie van bouwwerk en omgeving, maar houdt weinig rekening met
andere elementen en behoeften. Uiteindelijk besluiten B&W. Betrokkene heeft
eenvoudige opstallen nodig en B&W verwachten een evenwicht te vinden tussen
redelijke eisen van welstand enerzijds en de behoefte van de betrokkene
anderzijds
Aangaande de opmerking van de heer Schuurbiers betreffende financiële konse-
kwenties bij de aankoop van de resterende grond onderkent de voorzitter het
feit dat de gemeente bij aankoop van de resterende eigendom betrokkene een
vergoeding geeft voor de nog te bouwen opstallen. Het gaat hier echter om
een eenvoudige uitvoering der opstallen.
De voorzitter deelt de heer Beekhuijzen mede, dat B&W later op zijn vraag
betreffende de juridische adviesen bemiddelingskosten terugkomen. De ge
vraagde bouwvergunningen worden volgens afspraak voor het passeren van de
akte verleend.
Wethouder Koulman deelt naar aanleiding van de vraag van de heer Beekhuijzen
over de reserve van het grondbedrijf mede, dat in het schrijven aan G.S. ook
de post reserve toekomstige verliezen is opgenomen.
De voorzitter hoopt evenals de heer Forman dat alles in der minne geregeld
zal worden, maar hij is er pas zeker van als de akte is gepasseerd.
De voorzitter zal na de 2e termijn terugkomen op de bijkomende kosten.
De heer Meeuwisse veronderstelt dat de wijziging van het bestemmingsplan
iets langer zal duren dan in COFIBO van 17.11.1988 is gesteld; nl. eerste
kwartaal 1989. Toch is hij van mening dat de wijziging op redelijke termijn
mogelijk blijft, als direkt bij het verlenen van de bouwvergunningen het
bestemmingsplan aangepast wordt.
De heer Schuurbiers informeert of bij eventuele verdere aankoop van de grond
de door de gemeente te betalen kosten voor de nog te bouwen opstallen in de
prijsonderhandelingen met de Stichting Ouderenzorg Zuid West Brabant betrok
ken kunnen worden.
De heer Bogers merkt op dat de nieuwbouw van 250 m2 oppervlakte niet klein
genoemd kan worden en deze nieuwbouw zal in ieder geval deugdelijk worden.
Spreker benadrukt, dat hij volledig achter het voorstel van B&W staat. Ver
der ligt er een voorbereidingsbesluit op het plan om ongewenste bebouwing te
voorkomen. Hij informeert of B&W via de overgangsregeling zonder verklaring
van G.S. de gevraagde bouwvergunningen kunnen geven.
De voorzitter antwoordt de heer Meeuwisse dat hij er niet zeker van is dat
de in COFIBO vermelde termijn om het bestemmingsplan te wijzigen, haalbaar
is. Zo dringend is het niet omdat de huidige bestemming "bijzondere
doeleinden" geen andere nieuwbouw toelaat. De aanleunwoningen moeten eerst
nauwkeurig gelokaliseerd kunnen worden.
Naar aanleiding van de vraag van de heer Schuurbiers de kosten voor de
aankoop van de opstallen in de prijsonderhandelingen te betrekken deelt de
voorzitter mede, dat deze kosten in het aanbod aan de Stichting Ouderenzorg
Zuid West Brabant gedeeltelijk verdisconteerd zijn.