De voorzitter heropent de vergadering. De heer Klunder Nijland deelt de bevindingen van de commissie ad hoe mede. De commissie adviseert tot toelating van mevrouw J.E.Jansen-van Overveld als lid van de gemeenteraad. De raad besluit vervolgens conform het advies van de commissie. 13. Afscheid raadslid, de heer J.Klunder Nijland. De voorzitter merkt op dat de heer Klunder Nijland zijn carrière zorgvuldig heeft ingedeeld in drie 2-jaarlijkse perioden. In mei 1980 is hij als lid toegetreden tot de raad, in september 1982 werd hij wethouder tot oktober 1984 om vervolgens weer raadslid te zijn tot heden. Spreker kan zonder moeite enige mooie bijvoeglijke naamwoorden noemen die toepasselijk zijn op de heer Klunder Nijland, zoals evenwichtig, vriendelijk, beschaafd, interesse in gemeentelijke zaken en het politieke spel. Dit laatste was reeds voor zijn carrière als raadslid begon het geval, aldus spreker. Als wethouder van openbare werken heeft de heer Klunder Nijland zijn functie het eerste jaar gecombineerd met een drukke baan: ook in de avonduren en in het weekend heeft hij zijn taak vervuld. Toch is het hem gelukt om te komen tot een vorm van management in zijn portefeuillebeheerniet alleen controle of toezicht heeft hij gehouden maar hij heeft ook gedaan aan planning en mede- leiden. Na zijn wethoudersperiode is hij als raadslid meer in de luwte getre den. Het college is daar blij mee geweest: menig ex-wethouder voert een stevige oppositie, hij als raadslid niet. Het evenwicht in het bestuur is daardoor zeker bevorderd, aldus de voorzitter. Van de heer Klunder Nijland wordt dan ook afscheid genomen met prettige herinneringen De voorzitter wenst de heer Klunder Nijland en diens echtgenote nog zeer vele gelukkige jaren toe. De voorzitter overhandigt vervolgens aan het aftredend raadslid een wandbord. Niets meer aan de orde zijnde, en geen der leden meer het woord verlangend sluit de voorzitter de vergadering met gebed. Aldus vastgesteld ter openbare vergadering van 28 oktober 1986. De raad voornoemd

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1986 | | pagina 91