- 9 - Ten aanzien van het gestelde door de heer Bogers merkt spreker op dat lokatie van de visvijver in volledige samenspraak is gebeurd met de vis vereniging. De heer Konings stelt dat er al eens bodemkundig onderzoek is geweest voor een visvijver aan de Zouteweg. De heer Meeuwisse merkt op ten aanzien van het gestelde door de heer Konings dat het destijds ging om de Agger. De heer Bogers vraagt of de visvereniging een tekening heeft van de visvijver. Wethouder Wils antwoordt hierop dat er in het begin van dit jaar door gemeentewerken is bekeken of aanleg van een visvijver aldaar reëel was. Pas later zijn er offertes gevraagd. De heer Bogers wil weten of er al overleg is geweest met de provincie, over de aanleg van parkeerplaatsen etc. Wethouder Wils antwoordt hierop dat er ruimte genoeg is. De raad besluit zonder hoofdelijke stemming conform het voorstel van burge meester en wethouders. 11Voorbereidingsbesluiten herziening bestemmingsplannen Oost I en Rijzendeweg- West. Stuknr.86.114 en 86.115. Toegevoegd wordt om de procedure artikel 19a W.R.O. te starten. De heer Meeuwisse zegt achter het voorstel van het college te staan en zegt verheugd te zijn dat het gebouw Plesmanlaan 10 eindelijk kan worden ver kocht. Spreker vraagt hoe lang "tijdelijk" is bedoeld in het voorstel. De heer de Klerk merkt op dat de laatste zin uit het voorstel had moeten zijn met meerderheid met dit voorstel ingestemd"Het valt spreker tegen dat dit voorstel op de aanvullingsagenda is geplaatst. Volgens spreker is er ten aanzien van het voorstel met betrekking tot Oost I informatie achte] gehouden. Er wordt in het voorstel niet gezegd voor wat voor doeleinden het gebouw gebruikt gaat worden. Pas tijdens bestuurlijke informatie hebben de raadsleden die informatie doorgekregen. Nu is zijn fractie tegen het voorstel van het college. Het gebouw dreigt nu doelwit te worden van allerhande acties. De heer Forman merkt op dat de fractie W.V.P. het niet eens is met de gang van zaken zoals deze is verlopen in de commissie openbare werken en ruimte lijke ordening. Pas in een besloten vergadering werd verteld wat eigenlijk de bedoeling is. Spreker zegt dat de W.V.P. nu haar advies zoals dit gegeven is in de commissie openbare werken en ruimtelijke ordening intrekt. Wethouder Wils merkt op t.a.v. de opmerkingen van de heer Meeuwisse dat leeg stand van het gebouw waardevermindering betekent zodat spoedige verkoop ge boden is. Voor wat betreft het tijdelijk karakter merkt spreker op dat de koper van het gebouw mogelijk het gebouw zal uitbreiden voorzover dit binnen het bouwblok van het bestemmingsplan blijft. Ten aanzien van het gestelde door de heer de Klerk merkt spreker op dat inderdaad deze zaak vrij laat is ingediend. In verband met de geboden spoed heeft het college het toch aange durfd om dit op de aanvullingsagenda te plaatsen. Spreker ontkent echter pertinent informatie te hebben achtergehouden. Er werd gevraagd om een voorbereidingsbesluit te nemen om medewerking te verlenen. Spreker zegt zo goed te zijn geweest om naderhand toelichting te geven op dit voorbereidingsbesluit, zelfs met betrekking tot de financiële kanten. Ook de aspirant-koper is zo goed geweest om informatie te geven wat hij met het gebouw ging doen. De voorzitter stelt dat de gemeente niet mag discrimineren: voor de ene showruimte wel en voor de andere showruimte geen medewerking verlenen. Angst voor acties mag nooit een besluit beïnvloeden, slechts zakelijke overwegin gen mogen een rol spelen. De heer Meeuwisse stelt dat de raad het principebesluit heeft genomen om het college zo spoedig mogelijk het gebouw te laten verkopen. Zulks is nu gebeurd.

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1986 | | pagina 89