- 10 -
iWij hopen dat de voorstanders van de motie de voor hen negatieve gevolgen
bij*'t aannemen van deze motie goed hebben gerealiseerd en dat er bij hen
dus een afweging heeft plaats gevonden. Want in hun ogen moeten de volgende
zaken toch als negatief bestempeld worden: n.l.
Het proces tegen de Staat zal zeker weer de nodige publiciteit krijgen,
hls deze motie aanvaard wordt.
Aktievoerders zullen in dit besluit aanleiding vinden om aktie tegen onze
gemeente te voeren. Wij zouden dat betreuren.
Verder stellen de regeringspartijen dat de P.v.d.A. 't genomen besluit tot
het plaatsen van 48 atoomraketten niet mag terugdraaien wanneer we daarvoor
in de gelegenheid zouden komen. De regeringspartijen kunnen daar niet meer
geloofwaardig over praten als vertegenwoordigers van die partijen in de
Woensdrechtse raad een met een ruime meerderheid genomen besluit,een
besluit dat toch te maken heeft met het plaatsen van die raketten, met een
minieme meerderheid n.l. met steun van klein rechts terugdraait.
Tenslotte mijnheer de voorzitter, mocht deze motie toch in stemming komen
dan doe ik als fractie voorzitter van de P.v.d.A. een beroep op de leden
van de raad zich niet als stemvee té laten gebruiken, maar de persoonlijke
mening in de stemming tot uiting te brengen, zoals artikel 51 van de
gemeentewet dat stelt.".
Mevrouw de Weert deelt mede dat het standpunt van de C.D.A.-fractie genoeg
zaam bekend is en dat dat standpunt niet wordt gewijzigd. De C.D.A.-fractie
zal de motie dan ook steunen.
De heer Schuurbiers merkt op dat de fractie van Algemeen Belang alle wette
lijke middelen zal gebruiken om plaatsing tegen te gaan. De fractie vindt
dit proces een wettelijk middel en zal de motie dan ook niet steunen.
Wethouder Wils.deelt mede dat het standpunt van de C.D.A.fractie bekend is.
Persoonlijk staat hij achter de motie, doch niet achter de motivatie van de
heer Forman.
Wethouder Koulman spreekt als volgt:
"Mijnheer de voorzitter, bij de nu voorliggende motie van de heer Forman
en de V.V.D., wil ik graag een paar opmerkingen maken. Dat ik deze motie
niet zal steunen zal iedereen duidelijk zijn, voor andere ligt dat misschie
niet zo duidelijk. Om tot een wel overwogen oordeel te kunnen komen lijkt
het me goed de zaken nog eens op een rijtje te zetten.
De raad heeft op 28 juni 1983 met duidelijke meerderheid een motie aange
nomen, 9 tegen 4. Hierin wordt uitgesproken dat de raad alle wettelijke
middelen zou gebruiken om plaatsing van kruisraketten of kruisvluchtwapens
zoals sommigen willen zeggen, tegen te gaan. Het proces, waar de nu voor
liggende motie van spreekt, is er daar een van. Als Woensdrecht zich terug
trekt, gaat het proces gewoon door, dus een vrij loos gebaar.
De door de heer Forman in de pers gelanceerde stelling, om een toepasselijk
uitdrukking te gebruiken, dat je niet kunt onderhandelen met iemand waarmee
je ook in een proces gewikkeld bent gaat niet op.
Ten eerste: tussen lagere en hogere overheden worden regelmatig processen
gevoerd, terwijl ze toch met elkaar in gesprek blijven.
Ten tweede: B. en W. onderhandelen in dit geval niet met de staat der
Nederlanden, de gedagvaarde in dit proces, maar met het mini
sterie van Defensie en dat is nog steeds niet hetzelfde, ge
lukkig.
Voor de fracties van het C.D.A. en de V.V.D. zit er nog een andere kant
aan deze zaak die ze misschien nog niet gezien hebben.
Toen de regering het plaatsingsbesluit kon nemen dankzij een zeer krappe
kamermeerderheid, de stemmen ten gunste van de regeringsfracties waren
zelfs niet genoeg, kondigde de P.v.d.A. aan, om als ze na de verkiezingen
aan de regering zouden deelnemen, alles zou doen om dit besluit terug te
draaien.