- 3 -
In de koopakte dient opgenomen te worden dat de koper dat moet doen.
De voorzitter antwoordt dat dit geen probleem zal zijn^
De heer Wils is het eens met de opmerking van de heer Piasmans. Er zijn
twee offertes gedaan, waarbij in de ene wél werd gesproken en in de andere
niet over de opruiming van de fundering.
De voorzitter antwoordt dat in de advertentie, waarin het noodschoolgebouw
te koop werd aangeboden, niets is vermeld over de opruiming van de fundering.
Tegen de koper wordt wel gezegd dat dat van hem verwacht wordt.
De raad besluit zonder hoofdelijke stemming conform het voorstel van burge
meester en wethouders.
8. WEIGERING AANLEG TAXISTANDPLAATS NABIJ DE VLIEGBASIS WOENSDRECHT.
Stuknr861
De raad besluit zonder hoofdelijke stemming conform het voorstel van
burgemeester en wethouders.
9. AANVULLENDE SUBSIDIE STICHTING BEJAARDENVOORZIENINGEN WOENSDRECHT MET CREDIET-
VOTERING.
Stuknr.86.3.
De heer Wils merkt op dat zo snel mogelijk een haalbaarheidsonderzoek gehouden
dient te worden zodat een eigen bejaardenvoorziening in deze gemeente kan komei
De heer Konings vraagt wat er gebeurt indien het haalbaarheidsonderzoek geen
positief resultaat oplevert.
Wethouder Koulman antwoordt dat wanneer er geen positief resultaat uit het
haalbaarheidsonderzoek voortvloeit, nieuwe plannen gemaakt dienen te worden.
Eerst zullen volgens haar de resultaten van het haalbaarheidsonderzoek afge
wacht dienen te worden. De verwachtingen zijn overigens positief.
De raad besluit zonder hoofdelijke stemming conform het voorstel van burge
meester en wethouders.
10. AANSCHAFFINGEN VOOR DE BRANDWEER MET CREDIETVOTERING.
Stuknr.86.6.
De raad besluit zonder hoofdelijke stemming conform het voorstel van burge
meester en wethouders
11. VASTSTELLING VOORBEREIDINGSBESLUIT INGEVOLGE ARTIKEL 19 VAN DE WET OP DE
RUIMTELIJKE ORDENING.
Stuknr.86.8.
De raad besluit zonder hoofdelijke stemming conform het voorstel van burge
meester en wethouders.
12. AANLEG INVALIDEPARKEERPLAATS.
Stuknr.86.9.
De heer Wils vindt het een onverkwikkelijke zaak. Er is al enorm veel tijd
en energie aan deze zaak besteed terwijl er nog altijd geen invalidenparkeer
plaats is aangelegd. Hiermee is volgens spreker niemand gediend en zeker
mevrouw van Dongen-Noordeloos niet. Spreker doet een beroep op het college
om uit de impasse te geraken. Volgens spreker gaat het nu niet meer zozeer
om de aanleg als wel om de betaling van de kosten. Hij stelt voor om als
laatste poging een onderzoek naar de draagkracht van aanvraagster te doen.
De heer Beekhuizen merkt op dat in de commissie openbare werken en ruimtelijke
ordening hetzelfde opgemerkt is als door de heer Wils zojuist is gesproken.
Spreker vindt dat er nu maar eens een einde moet komen aan de hele zaak.
De parkeerplaats moet aangelegd worden desnoods maar voor niets.
De heer de Klerk antwoordt hierop dat voor niets aanleggen problemen kan geven
in de toekomst.
De heer Beekhuijzen zegt dat hij het eens is met de heer de Klerk en stelt
voor om 125,te vragen voor de aanleg van de parkeerplaats.
Wethouder Bogers beaamt dat men met het gehele geval al erg lang bezig is
geweest.