- 7 - De raad wil u kennelijk ook aan het werk houden, gezien het kado wat hij heeft aangeboden. Het personeel wil dat niet doen, het personeel wil nu dat u alle vrijheid krijgt en u ook in alle vrijheid laten beslissen wat u gaat doen. Wij hebben onze kados daaraan aangepast. Dan wil ik nu graag de kados namens het personeel en de personeelsvereniging aanbieden en ik wilde ook graag mevrouw van Kaam een attentie aanbieden.". De heer Vorstenbosch overhandigt de heer van Kaam een tweetal cheques en een' schilderij en mevrouw van Kaam een bloemstukje. Vervolgens spreekt de heer van Kaam een dankwoord als volgt: "Mijnheer de voorzitter, dames en heren leden van de raad, dames en heren. Beduusd en bijna sprakeloos van al wat ik in de voorbije toespraken heb aan hoord bij dit afscheid wil ik erg graag mijn gevoelens van dankbaarheid ver woorden als laatste spreker op deze feestelijke buitengewone raadsvergadering. Ik zal de gegevens die voor de inleidende oriëntering nodig zijn beperken tot het punt waar de voorzitter van uw raad zojuist even op attendeerde, dat wil zeggen mijn onderduikerstijd, want de overige personele gegevens waren feilloos Ik ben ondergedoken van april 1944 tot april 1945 bij een boer in Overijssel. De P.T.T. vond mij geschikt om uitgewezen te worden naar Duitsland, om daar in Dresden bij de post te gaan werken. Ik heb evenals vijf andere broers van mij de weg naar Duitsland om daar te gaan werken niet kunnen vinden en ben in Overijssel blijven steken gedurende een jaar. Ik heb er werk gedaan, om te beginnen aardappelen zetten, het laatste was ook weer aardappelen zetten; ik heb een cyclus meegemaakt, ik heb daar het een en ander in de agrarische secto opgedaan met de daad aan handwerk en ik kon dus uit eigen ervaring ook spreken toen het hier over grondaankopen ging bij mensen uit welk agrarisch of tuin- bouwverband ook, daar kon gesproken worden uit wat je noemt eigen ervaring. Dat heeft mij hier bepaald deugd gedaan in de kontakten die ik hier had. Ik mag in dit verband niet nalaten te zeggen dat mijn ouders, met mijn moeder voorop, een Koninklijke waardering eerder dan ik hebben gekregen vanwege hun houding in de bezettingstijd, in een gezin met zes jongens die allemaal capabe waren om te worden uitgezonden naar Duitsland. Dan de cumulatie van burgemees ter en secretaris die hier bestond vanaf 1924. Van 1821 tot 1924 hadden vier personen het secretaris-ambt hier bekleed. Begin 1956 was Woensdrecht de zware oorlogsschade ver te boven. Als voornaamste zorg voor het gemeentebestuu gold de gemeente te gaan voorzien van een leef—, woon— en werkklimaat dat past bij de tijd. Aan in de gemeente waarneembare projecten die successievelijk werden gerealiseerd kunnen o.m. worden genoemd de verharding, verbreding en reconstrcutie van diverse onverharde wegen in de bebouwde gebieden en enkele wegen daarbuiten, gasvoorziening in de bebouwde kommen en water-^gas'-en electric teitsvoorziening in onrendabele gebieden, aanleg van riolering in en trottoir langs de komwegen, accomodaties voor onderwijs en voor binnen- en buitensport, industrieterrein aanleg, woningbouw en wat er mee samenhangt en diverse infra structurele voorzieningen. Het overgrote deel van deze zaken is gerealiseerd in de periode 1955 tot 1970. Nadien is intens met realisering voortgegaan van projecten die meer de ontplooiing van het elementaire voorzieningenpakket be tekenden, met bestendiging van de zorg voor zaken als volkshuisvesting, onderwijs, openbare wegen en zo meer. Naast een groot veelvoud van de openbaar waarneembare zaken is aan immateriële zaken in sterk stijgende mate zorg voor de gemeente geworden. Taakverzwaring is ook ontstaan door allerlei directieven van hogerhand en door de verwachting die het maatschappelijk verkeer aan het besturen en het immage van de gemeente ging stellen. De organisatie van het gemeentelijk bestel is naar behoefte bestuurlijk bijgesteld en in de ambtelijke sector geregeld uit gebreid. Het aantal ambtenaren ter secretarie steeg in 30 jaar van 6 naar 27 en het totale personeelsbestand van 13 naar 67. Het gemeentehuis werd 7 keer verbouwd en uitgebreid. In de 7 zittingsperioden van de raad heb ik gewerkt met 9 personen als wethouder en 52 personen maakte ik als raadslid mee.

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1986 | | pagina 30