- 3 -
De heer Verduit zegt verheugd te zijn met het voorstel, maar hij had de redactie
van het voorstel liever anders gezien. Hij stelt daarom voor het voorstel zo te
redigeren dat de gemeentelijke bijdrage wordt gekoppeld aan de opbrengst uit
het totaal der acties omdat deze nog steeds doorlopen. Voorlopig moet het bedrag
vastgesteld worden op 15.500, echter met een maximum van 20.000,
De heer Schuurbiers vindt het voorstel van het college erg onduidelijk over-^
komen bij de burgers en deelt mede accoord te gaan met het bedrag van 15.500,
Hij is van mening dat ook de thans nog lopende acties voor vergoeding in aanmerking
moeten komen echter uitdrukkelijk^zij vermeld dat het bedrag van 20.000,- niet
overschreden mag worden.
De heer Beekhuijzen leest het voorstel zo dat maximaal 15.500,- toegekend kan
worden.
De voorzitter ontkent dit en deelt mede dat er niet in vermeld staat wat later
gedaan wordt. Het in het voorstel genoemde bedrag is gerelateerd aan de opbrengst
van de actie tot nu toe
De heer Beekhuijzen stelt voor te bepalen dat de gemeente nooit meer dan j. 20.000,
zal bijdragen.
De voorzitter informeert of de raad thans definitief kan zeggen wat de opbrengst
der acties zal zijn.
De heer Piasmans meent dat het kerkbestuur volgens het voorstel van_de heer Verduit
weet dat het, als de opbrengst van de acties daartoe aanleiding geeft in elk ge
val op 20.000,- kan rekenen.
De voorzitter deelt mede dat het college van burgemeester en wethouders het aanvul
lende voorstel van de heer Verduit overneemt, inhoudende dat ook van de toekomstige
acties 50% vergoed zal worden tot een totaal maximum van 20.000,
De raad besluit vervolgens zonder hoofdelijke stemming conform het gewijzigde voorstel
van burgemeester en wethouders.
13 Medewerking aan aanvrage van Stichting Katholiek Onderwijs Woensdrecht voor
voorzieningen aan 4 scholen ex artikel 74 Wet Basisonderwijs en artikel E 42
Overgangswet Wet Basisonderwijs met credietvotering.
Stuknr. 86.21. 16e wijziging gemeentebegroting 1986.
De heer Meeuwisse zegt dat het C.D.A. ook na advies ingewonnen te hebben bij de
inspecteur vraagtekens bij het voorstel blijft zetten en verwijst daarbij naar
een circulaire van het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen van juli 1985.
De raad kan na 1 augustus 1985 geen medewerking ex artikel E 42 OWBO meer verlenen.
Hij informeert wat zal gebeuren als er geen ministeriële goedkeuring komt.
De raad kan na 1 augustus 1985 geen medewerking ex artikel 42 OWBO meer ver-
Hij wil in ieder geval voorkomen dat Stichting Katholiek Onderwijs Woensdrecht
daar de dupe van wordt.
De heer Piasmans merkt op dat hij in de commissie financien en belastingen heelt
gediscussieerd met de heer Wils. De heer Wils heeft toen gezegd dat het college
de datum verschoven zou hebben, alleen om het gezicht van de gemeente te redden;
later bij de bestuurlijke informatie verklaarde echter de heer Wils dat hij alleen maar be
nieuwd was naar de financiële konsewenties welke dat voor de gemeente zou hebben. In de
bestuurlijke informatie na de commissievergadering zijn de financiële konsekwenties
voor de gemeente voldoende toegelicht.
De heer Beekhuijzen vindt dat men bij het toepassen van artikel 74 W.B.O. grote
zorgvuldigheid moet betrachten temeer nu adviezen van de onderwijs-inspectie niet
meer voorhanden zijn. Vaak worden relatief hoge bedragen gedeclareerd. Als voor
beeld de aanschaf van rubber tegels genoemd voor 304,- per m
Wethouder Koulman licht toe dat de raad thans geen medewerking op grond van artikel
42 Overgangswet W.B.O. verleent maar uitvoering geeft aan het eerder genomen
besluit. Van ministeriële zijde is toegezegd dat de zaak wordt bezien. Het is in
ieder geval de moeite waard om het te proberen.
Dit is ook in het voordeel van de scholen, want hoe meer er over blijft in de
artikel 74 pot, hoe meer geld er beschikbaar is voor onderwijsdoeleinden. Voor
de onderhavige voorzieningen is reeds medewerking verleend; het betreft hier
slechts een uitbreiding van de medewerking.