Vragen gesteld door de heren Frits ter Kuile en Rik Polman na afloop van de raadsvergadering van 9 december 1986. De heer ter Kuile vraagt waarom plotseling de bunker van het Vredes Actie Kamp als storend element in het landschap .ward ervaren. Tevens vraagt hij of de in middels gekapte bomen ook als storende elementen aangemerkt werden. Voorts is hij van mening dat, zo de bunker al een storend element was, dit te vergelijken is met de splinter in het oog van de gemeente tegenover de balk die de vlieg basis enz. zou zijn in het oog van het V.A.K.. De voorzitter antwoordt hierop dat de gemeente als eigenares thans uiteindelijk in staat was de bunker kwijt te raken. De gemeente heeft die gelegenheid te baat genomen. Met betrekking tot de bomen antwoordt spreker dat deze geen storende elementen waren, maar zij waren ook zeker niet onvervangbaar. De heer Polman verzoekt of de gemeente op constructieve wijze met hem mee wil denken door de dekens etc. die telkens in beslag genomen worden te bestemmen voor slachtoffers van oorlogen, natuurrampen en willekeurig politiebeleid. Voorts heeft hij geconstateerd dat de burgemeester grote bezwaren heeft tegen vreemde elementen in het landschap. Hij nodigt de burgemeester daarom uit mee te doen met een blokkade op de eerste maandag van de maand om mee te helpen blokkeren om te proberen vreemdelelementen uit het landschap te verwijderen. Ook zou hij graag zien dat atoomwapens en kerncentrales uit het landschap verwijderd worden omdat dit toch ook een vorm van milieuvervuiling is. De voorzitter antwoordt ten aanzien van het hergebruik, dat dit niet ter compe- tentie van de gemeente doch van Justitie is hierover te beslissen. Hij vindt geen aanleiding om op het onderdeel "storende elementen" verder te gaan.

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1986 | | pagina 149