Op biz. D 4 vraag 10 stelt u dat u geen een reden heeft om te veronder stellen dat een belangrijk deel van de bouwprojecten op de basis niet door zal gaan. De V.V.D.-fractie hoopt, en ik denk velen met ons, dat u geen gelijk krijgt. Wij hopen nog steeds dat het Oost West-Overleg zich zodanig zal ontwikkelen, dat plaatsing niet nodig zal zijn en dat daarmee de bouw zal kunnen worden onderbroken. U stelt in uw antwoord op vraag II blz. D 4 dat uit oogpunt van efficiency concentratie van gebouwen ten behoeve van gemeentelijke diensten aan te bevelen is. Voorzitter als algemeen uitgangspunt achten wij dat juist, maar concentratie hoeft toch niet bij het gemeentehuis, dat kan ook ergens anders Voorzitter wij blijven van mening dat nieuwbouw t.b.v. gemeentewerken vanwege het overwegend bedrijfsmatig karakter op het industrieterrein thuishoort: waardoor: a. minder verkeersoverlast in de dorpskern; b. ruimere bepalingen van de hinderwet; c. minder eisen aan de estetische normen, waardoor minder duur gebouwd kan worden. Op de door u gedachte lokatie zien wij liever het nieuw te bouwen verzorging tehuid voor bejaarden, waardoor: a. een natuurlijke voortzetting van het woongebied wordt bereikt; b. de bejaarden veel dichterbij een aantal centrale voorzieningen zitten. Voorzitter, kunt u in uw antwoord op vraag 12 blz. D 4, nader aangeven wat het prijsverschil is tussen het in 2 fasen of in een keer uitvoeren van de betuining aan de Kooisloot? Als reactie op uw antwoord van vraag 13 blz. D 4, stellen wij dat in de Wet op het Rampenplan het lokaal bestuur in eerste instantie verantwoordelijk is voor een juiste hulpverlening. Het initiatief dient dus van u uit te gaan en niet van een overkoepelende organisatie. Dus u moet oefenen om tot een verantwoorde inzet en coördinatie van de hulpverlening te komen. Hoe belangrijk dit is, moge blijken uit een programma dat onlangs op de T.V. te zien was, waarin deze problematiek uitgebreid aan de orde kwam. De ten hemel schreiende "resultaten" bij een totaal ontbreken van geoefendheid en coördinatie, kwamen uitgebreid aan de orde. Ook dat het lokaal bestuur ver antwoordelijk is en blijft. U stelt op blz. D 5 vraag I 7 dat de Stichting Margaretha akkoord gaat met de door u gesuggereerde lokatie hoek Duinstraat/Heistraat, voor de eventuele bouw van een verzorgingstehuis. Onze vraag is, uit hoeveel lokaties mochten ze kiezen, was de keuze misschien ja of helemaal niets? Wanneer wordt de problematiek inzake gecoördineerd bejaardenwerk, zoals verwoord in uw antwoord op vraag 1, 8 blz. D 4 in de Commissie Welzijn aan de orde gesteld? Een beslissing terzake zal uiterlijk 31 deecmber 1986 moeten zijn genomen door de gemeente Woensdrecht^ Ossendrecht en Huybergen hebben positief gereageerd, wanneer volgen wij Als recatie op vraag 19 stelt u dat u gaarne van onze berekeningen t.b.v. realisering van een ringleiding voor de hogedrukreiniging het zwembad kennis zou nemen. Welnu voorzitter, als we uitgaan van een afschrijving in 25 jaar, en een vast rentepercentage van 7%, en een jaarlijkse besparing aan slangen en loonkosten van 1.500,— welke "besparing" wij ten zeerste betwijfelen, blijkt dat in het gunstigste geval in 't 14e jaar een winst wordt bereikt van 100,In deze berekening is geen rekening gehouden met onderhouds kosten aan de ringleiding. Wij blijven dan ook bij ons standpunt, niet uitvoeren! Voorzitter als reactie op vraag 20 blz.D 5 stelt u "zie antwoord onder A 19"

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1986 | | pagina 132