- 10 -
De heer Beekhuijzen spreekt als volgt
Voorzitter in uw reactie op de algemene beschouwingen bij de behandeling
van de begroting 1987, geeft u op biz. D I aan, dat u het belang van de door
ons genoemde onderwerpen zeer goed inziet, maar geen concrete beleidsvoor
nemens terzake heeft, omdat de benodigde instrumenten ontbreken.
Voorzitter een dergelijke houding van het college stelt ons teleur. Op het
gebied van industrie-vestiging en arbeidsplaatsen laten andere gemeenten in
Nederland zien, dat met enige ondernemingsgeest binnen het college en uiteraarc
ook de Raad, wel degelijk "resultaten zijn te behalen. Ik denk hierbij aan de
gemeente Tholen. Ik denk aan diverse andere gemeenten, die zogenaamd "tipgeld"
uitbetalen. Dit houdt in dat een ieder die een gegadigde aanbrengt die tot
koop van een kavel op het industrie-terrein overgaat, 5% van de grondtrans-
actie als tipgeld ontvangt. Deze gemeenten hebben hier uitstekende resultaten
mee geboekt. Zie hier voorzitter enkele instrumenten, met wat creativiteit
zijn er nog wel meer te bedenken. Kortom wij zijn er van overuigd dat met iets
meer durf en iets meer elan er best nog wel resultaten te bereiken zijn in het
aantrekken van industrieën en arbeidsplaatsen.
Voorzitter gezien het antwoord onder D I, hebt u grote moeite met het door ons
gehanteerde begrip "kwaliteit van het leven". Op het gevaar af in herhalingen
te vallen zal ik er dit nog van zeggen. U zegt niets over een aantal essen
tiële zaken van het leven in onze gemeenschap, wij noemden reeds
- industrievestiging
- arbeidsplaatsen
- milieu, rampenplan, lokale radio
- komst Amerikanen.
Dit zijn zaken, waar u als lokaal bestuur niet omheen kunt. U moet over deze
zaken opvattingen hebben en die beleid maken. Van uit deze opvattingen zal
dan blijken of bepaalde aspecten daarvan, met materiële investingen onder
steund, moeten of kunnen worden. Met andere woorden, dan zal blijken welke
investeringen gedaan moeten worden. Voorzitter uw college slaat een essentiële
stap over, op grond van gegevens uit het verleden komen we niet verder dan het
behandelen van "gewenste" investeringen. Nogmaals roepen wij u op, maak eerst
beleid en ga dat dan invullen. Nu vullen we in zonder kader, we maken eigen-
lijk een kleurplaat zonder dat de figuurtjes getekend zijn, en een kind weet
al dat er dan niets moois uit voortkomt.
Voorzitter op biz. D I en A 4 stelt u dat de woningbouwgrond in onze be
stemmingsplannen in het algemeen beschikbaar moet blijven voor eigen inwoners/
economisch gebondenen.
Voorzitter wij zijn geschokt van dit antwoord. Welke criteria legt u aan voor
de term economisch gebondenen? Werknemers van Fokker en de vliegbasis wel
economisch gebonden, de Amerikanen op de vliegbasis kennelijk niet.
Voorzitter dit zien wij graag nader toegelicht. Voorlopig concluderen wij dat
de Amerikanen bij dit college niet welkom zijn.
In uw antwoord op vraag 4 blz. D 2 stelt u dat de belegger t.b.v. Putseweg
Zuid 3 heeft afgehaakt, vanwege o.a. de overweging dat de werkgelegenheid in
deze gemeente in belangrijke mate afhankelijk is van de Fokker-vestiging.
Dit kan naar onze mening nooit een reden zijn zich uit een bouwplan terug te
trekken, het kan hoogstens een reden zijn om er nooit aan te beginnen.
Voorzitter er zijn steeds sterkere geruchten dat de belegger zich uit het
B.P. Putseweg Zuid 3 heeft teruggetrokken, vanwege de plaatsing van de kruis-
vluchtwapensAls de door u gegeven reden de werkelijke is kunnen we dan schade
vergoeding claimen wegens zeer onzorgvuldig handelen
U stelt in uw antwoord op vraag 7 blz. D 3 dat het investeringsschema aller
minst een "vrijblijvende opsomming" is. De door u genoemde steun in de Raad
blijkt eerst bij de behandeling van een project in de diverse commissies,
en in laatste instantie bij de behandeling in de Raad.
Voorzitter het is toch zo, en dat kunt u toch niet ontkennen, dat bij de
huidige werkwijze de Raad steeds lijdzaam af dient te wachten, welke projecten
voorkomende op het investeringsschema worden aangediend. Op deze wijze wordt
de prioriteit van realisering niet door de raad, maar door de ambtenaren be
paald. Wij blijven van mening dat dit een verantwoordelijkheid van de Raad is.
