- 2 - Er is gekeken naar capaciteiten en persoonlijkheid en bij vergelijking zijn de betreffende mensen te licht bevonden. De heer Beekhuijzen zet vraagtekens bij het verschil van eisen tussen uitzend krachten en personeel in vaste dienst. Mevrouw de Weert deelt mede dat haar fractie ook moeite heeft met deze affaire, maar haar fractie zal in de algemene beschouwingen op een en ander terugkomen. De raad besluit zonder hoofdelijke stemming deze mededelingen voor kennisgeving te aanvaarden. 3. AANSLUITING BIJ VOLKSCREDIETBANK DER GEMEENTE ROOSENDAAL C.A.. Stuknr.85.113. De raad besluit zonder hoofdelijke stemming conform het voorstel van burge meester en wethouders. 4. REKENINGCOURANT- EN BRUIKLEENOVEREENKOMST TUSSEN GEMEENTE EN STICHTING BE JAARDENVOORZIENINGEN WOENSDRECHT STUKNR.85.112. De raad besluit zonder hoofdelijke stemming conform het voorstel van burgemees ter en wethouders. 5. WIJZIGING VERORDENING RIOOLRECHTEN, REINIGINGSRECHTEN EN HONDENBELASTING. Stuknr.85.111 De raad besluit zonder hoofdelijke stemming conform het voorstel van burge meester en wethouders. 6. AANLEG INVALIDEPARKEERPLAATS. Stuknr.85.114. De heer de Klerk verzoekt het voorstel aan te houden en het advies van de hoorcommissie nader te onderzoeken op de haalbaarheid. Het besluiten tot een oplossing moet een afdoende oplossing betekenen, anders wordt het doel voorbij geschoten. De heer Meeuwisse deelt mede dat zijn fractie van mening is dat met het voor stel geen probleem wordt opgelost, reden waarom zijn fractie achter het stand punt van de fractie Algemeen Belang staat. De heer Klunder Nijland steunt het voorstel van de heer de Klerk. Spreker vindt het onelegant dat het college afgeweken is van het advies van de hoorcommissie. De heer Verduit steunt eveneens het voorstel van de heer de Klerk. De heer Beekhuijzen heeft in het verslag van de hoorcommissie niets aangetroffer omtrent de financiële afwikkeling. De heer de Klerk deelt mede dat in de commissie in overleg met betrokkene is ge sproken over een financiële bijdrage van 2 x 125,door reclamant te be talen. Wethouder Bogers licht toe dat de materie door het college zeer intensief is bekeken op de mogelijkheden. Hij meent dat opvolging van het advies van de hoor commissie geen goede oplossing zal betekenen. In die commissie is uitgegaan van een schetsplan, maar de praktijk wijst ge woon anders uit. Hij acht het thans beter om het voorstel terug te nemen en hij nodigt de raadsleden uit om de situatie ter plaatse te bekijken tesamen met een amntenaar van de dienst gemeentewerken en de wethouder openbare werken. Hij waarschuwt nu al dat met het zoeken naar een oplossing moet worden bedacht dat het terrein een helling bevat van ongeveer 1 op 10. De heer Kuijlen meent dat aanhouden van het voorstel thans ook beter is. De voorzitter merkt ten aanzien van de opmerking van de heer Klunder Nijland op dat het college niet gebonden is aan een advies van een commissie. Het is ook niet gebruikelijk dat door het college zijn afwijkende mening voor de raadsvergadering aan de commissie wordt meegedeeld. De heer de Klerk merkt op dat hij het voorstel van wethouder Bogers verstandig vindt, maar hij stelt voor om contact, met reclamant op te nemen omtrent de plaatskeuze. Ook contact met de woningstichting Woensdrecht zou zinvol zijn.

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1985 | | pagina 85