- 2 - Gezien de criteria welke b. en w. hebben te hanteren, waarbij strikte objectiviteiten een eerste eis van rechtszekerheid is, en gezien de van een toegeeflijk beleid te duchten consequenties, worden geen ontheffingen van art. 177 APV aan vredesactivisten gegeven. Het gevolg is dat zij die toch onderkomens plaatsen, in overtreding zijn. En dan komt de politie in beeld. De politie is een uitvoerend orgaan en heeft geen beslissingsbevoegdheid. Die bevoegdheid ligt voor wat betreft openbare orde in handen van de burgemeester, voor wat betreft opsporing van strafbare feiten in handen van de officier van justitie. Strikt genomen is bij overtreding van art. 177 APV alleen een justitietaak in het geding (welke niet alleen opsporing inhoudt doch ook inbeslagname en vernietiging van voorwerpen waarmee de overtreding is gepleegd). In feite wordt het beleid terzake van dit soort overtredingen vastgesteld in het zg. driehoeksoverleg: overleg tussen officier van justitie, burgemeester en politiecommandant, dat de laatste jaren door de regering sterk is aanbevolen en dat denkelijk binnen afzienbare tijd in de nieuwe politiewet zal worden voorgeschreven. Dat driehoeksoverleg heeft tot doel het beleid van justitie en burgemeester en de mogelijkheden van het politieapparaat zoveel mogelijk op elkaar af te stemmen; openbare orde en het voorkomen, opsporen en straffen van overtredingen hebben nu eenmaal veel met elkaar te maken, en de politie, die in feite twee bazen heeft en een uiteraard beperkt apparaat, dient haar ervaring en haar beperkingen ook gehonoreerd te De politie voert dus het strikte beleid terzake van art. 177 APV uit. Het is hier de plaats met waardering gewag te maken van de doortastende en toch voorzichtige wijze waarop de politie zich van deze weinig benijdenswaardige taak kwijt. Het is aan dit optreden te danken dat het verschijnsel VAK nog niet tot escalatie heeft geleid en dat de op de vliegbasis door vredesactivisten ge pleegde overtredingen -welke helaas nog wel voorkomen - in vergelijking met de eerste helft 1984, betrekkelijk gering zijn. Ik kan slechts de hoop uitspreken, dat we het in 1985 zo zullen kunnen houden. Berichten over de op handen zijnde onwettige acties in heel het land in verband met de kruisvluchtwapens doen echter vermoeden, dat we in deze gemeente ook nog met andere onregelmatigheden zullen worden geconfronteerd. Ik kan u verzekeren, dat daarop mijnerzijds zoveel mogelijk soepel doch adequaat zal worden gereageerd. Uit het bovenstaande mag en kan uiteraard niet worden afgeleid, dat het gemeentebestuur onvoldoende ruimte zou laten voor wettige acties rond vredesvraag stukken. Het besluit van het college van b.^en w. tot het geven van een standplaat: voor een caravan aan de Franciscaanse Vredeswacht en mijn besluit tot het toelaten van een wekelijkse demonstratie op het Raadhuisplein door de Vredesbeweging Woens drecht geven daar naar mijn mening duidelijk van blijk. En dan vraag ik nu uw aandacht voor de meer normale zaken van ons gemeente bestuur. gemeentebestuur Uw Raad behandelde vorig jaar in 13 vergaderingen 115 voorstellen en 35 Tijdens de periode van mijn arbeidsongeschiktheid van 4 juni tot 23 sep tember werd het ambt van burgemeester alhier waargenomen door wethouder S.E. Len selink en de burgemeesters Mr. A. A.J.Goldberg van Dodewaard en Drs. P. Zevenbergen van Bergen op Zoom. In uw vergadering van 2 oktober verleende u ontslag aan de wethouders S.E. Lenselink en J. Klunder Nijland en koos in hun plaats de heer L. Bogers en mevr. G.E. Koulman-LeenhoutsDe aanwijzing van de heer J.B.M. Wils als wnd we houder werd vervangen door die van de heren T.M. de Klerk en P.J. Konings. n ver band hiermee hebt u de samenstelling van de raadscommissies gewijzigd.

Raadsnotulen

Woensdrecht: 1922-1996 | 1985 | | pagina 6