-8 -
Spreker betreurt het dat de heer Beekhuijzen, dit wetende, zulks niet
wenst uit te spreken.
De heer Piasmans nodigt de heer Beekhuijzen uit om na de raadsvergadering
in het bijzijn van getuigen de beschuldiging te herhalen.
De heer Beekhuijzen zegt de beschuldiging te hebben uitgesproken als raads
lid en zal daar na de raad niet op terug komen.
De heer Piasmans vindt de politiek van de heer Beekhuijzen laag.
De heer de Klerk informeert of de beschuldiging van de heer Beekhuijzen
persoonlijk is of van de fractie.
De heer Beekhuijzen antwoordt dat dit persoonlijk is.
De heer Wils informeert naar de wettelijke termijn waarbinnen een ver-
dagingsbesluit en een besluit tot weigering c.q. verlening der vergunning
genomen moet worden.
De voorzitter antwoordt dat er volkomen terecht is gehandeld. Op 25 juni
1985 (1 dag.na het verstrijken van de termijn van 2 maanden) is een ver-
dadingsbesluit genomen behelzende dat nog geen besluit op de aanvraag was
genomen. Op 1 juli is een brief verzonden onder mededeling dat advies was
gevraagd aan de Adviescommissie Agrarische Bouwaanvragen
'Dit'"hield tegelijk een 'besluit totverdaging 'in.
De heer Wils deelt mede dat de raad wel wordt geïnformeerd over de
correspondentie, maar de betreffende b. en w.—besluiten zijn doorgaans
bij de raad niet bekend. Een en ander moet wel terug zijn te vinden in de
notulen van de b. en w.-vergadering.
De voorzitter licht toe dat bij de raadsstukken van 12 november 1985 een
zaakbeschrijving was gevoegd waarin de gehele gang van zaken was toegelicht.
Wethouder Bogers meent dat het enige te maken verwijt kan zijn dat be
trokkene beter geïnformeerd had moeten worden over de verdaging.
Er is echter geen enkel verwijt te maken over het anti-dateren. Daar heeft
de beschuldiging betrekking op. Hij roept de heer Beekhuijzen op de be
schuldiging eventueel na de raadsvergadering in te trekken onder bijzijn
van getuigen. Hij meent dat het verstandig zou zijn van de heer Beekhuijzen
om hiervan gebruik te maken.
De voorzitter sluit de discussie.
Niets meer ter behandeling aan de orde zijnde, sluit de voorzitter de
vergadering met gebed.
Aldus vastgesteld ter openbare vergadering van 28 januari 1986.
De raad voornoemd,
de voorzitter
